Hightech binnenstad.jpg
Organisatie

Hightech brengt binnenstad naar next level

Leestijd Minuten

Hoe druk is het in de stad? Welke winkelstraten doen het goed? Is er genoeg parkeergelegenheid? Vinden mensen de binnenstad gezellig? Hoe beter je dat soort vragen kunt beantwoorden, hoe beter de gemeente of een ondernemer daarop in kan spelen.

Winkeliers, bewoners, bezoekers, de gemeente, ze hebben allemaal belang bij een zo goed mogelijk functionerende binnenstad. Met digitale middelen kun je allerlei actuele ontwikkelingen in de binnenstad beter in kaart brengen. Dit helpt gemeenten en ondernemers om snel te reageren als er dingen minder goed lopen, zodat de binnenstad een aantrekkelijke plek blijft voor inwoners en bezoekers.

Het samenwerkingsverband Hightech Binnenstad onderzoekt in binnensteden van deelnemende gemeenten aan welke digitale middelen behoefte is en experimenteert met de inzet van dit soort middelen voor het oplossen van vraagstukken rond binnensteden. Het lectoraat Smart Cities van Hogeschool Saxion coördineert het samenwerkingsverband, dat verder bestaat uit een aantal gemeenten en een aantal bedrijven dat data verzamelt en interpreteert. 

Steden hebben fijnmazige data over de binnenstad nodig

Vroeger werd de binnenstad fysiek gemonitord. Leegstand kun je tellen. Het aantal banen kun je zo ongeveer uitvragen. En door handmatig passanten in de winkelstraat te tellen op twee keer een middag in mei kon je zo ongeveer inschatten hoe het druk het zou zijn op willekeurig welke andere dag van het jaar.

Deze data zijn niet nauwkeurig genoeg, maar er was niets beters voorhanden. Dat is veranderd. We kunnen nu op allerlei digitale manieren data verzamelen. Door bijvoorbeeld sensoren of apps in te zetten kun je continu meten in plaats van twee halve dagen per jaar. Denk aan de auto’s die voor verkeerslichten staan te wachten, de bezettingsgraad van parkeergarages, weersomstandigheden, het aantal passanten in de straat, etc. Je kunt de opgehaalde data via bijvoorbeeld een dashboard beschikbaar stellen aan beleidsmedewerkers en het publiek zelf.  

Niet alles wat technisch kan, is ethisch aanvaardbaar. De inzet van technologie en het verzamelen en analyseren van data kunnen maatschappelijke weerstand oproepen. Steden zijn daarom op zoek naar een balans tussen wat acceptabel is voor inwoners en bezoekers en wat mag (bijv. de Algemene Verordening Gegevensbescherming) aan de ene kant en wat wenselijk is voor het verbeteren van het beleid voor de ontwikkeling van de binnenstad aan de andere kant.

Continu een vinger aan de pols

Waar deelnemende gemeenten vooral in geïnteresseerd zijn is de problematiek rond leegstand en de sfeer in de stad. Ze proberen daar wel iets aan te doen, maar heeft dat ook succes: data kunnen daar heel goed antwoord op geven. Wat doet een evenement met de binnenstad? Vinden bezoekers het gezelliger met ander straatmeubilair? Maar ook: waarom komen mensen naar de binnenstad en met welk vervoer? Dat kun je heel gericht onderzoeken door continu te monitoren op basis van automatisch verzamelde data, aangevuld met antwoorden van inwoners op een beperkte set vragen.

Proeven

Binnen het onderzoek is een aantal digitale instrumenten ingezet.

Aan de ene kant worden er allerlei bestaande (real-time) data uit steden samengebracht. Het gaat om data die inzicht geven in aantallen bezoekers van de binnenstad zoals data uit parkeergarages en weglussen. Daarnaast gaat het om data die iets zegt over de fysieke omgeving van de binnenstad - zoals locaties van bomen en historische panden - en het gebruik van de binnenstad - zoals evenementenkalenders, uitagenda’s en data over openingstijden en koopzondagen.

Aan de andere kant wordt geëxperimenteerd met nieuwe manieren om zicht te krijgen op het gebruik van de binnenstad door bezoekers en hun tevredenheid over de binnenstad. Deze manieren moeten een alternatief bieden aan traditionele binnenstadsenquêtes. Ten eerste is en wordt op een aantal dagen en locaties aan bezoekers van parkeerplaatsen en stations gevraagd om tijdens hun bezoek aan de stad een GPS-tracker mee te nemen. Zo worden looproutes in de binnenstad op een AVG-vriendelijke manier inzichtelijk gemaakt. Door een like-button op de tracker kunnen de bezoekers aangeven welke plekken in de stad ze extra leuk of mooi vonden.

Ten tweede krijgt een aantal vrijwilligers uit verschillende steden in Nederland via een app vragen over de binnenstad zodra ze die bezoeken. Deze vragen zijn altijd gekoppeld aan een locatie en vaak ook aan een tijdstip. De vrijwilligers krijgen bijvoorbeeld vragen over de markt als ze het marktplein bezoeken op een marktdag of vragen over hun veiligheidsgevoel als ze het marktplein betreden op een avond.

Ten derde is er een VR-bril waarbij je je verbeeldt in de binnenstad te zijn. De proefpersoon krijgt een aantal 360-grade foto’s van dezelfde locatie onder verschillende omstandigheden te zien: zomer en winter, met en zonder markt of kermis et cetera. Je kun t als het ware terug naar de markt op die zaterdagochtend en de vraag beantwoorden hoe gezellig je het vindt. Doel van deze manieren van meten is een betrouwbaardere indruk van de beleving van de stad te krijgen dan je met een abstracte vraag in een vragenlijst krijgt.

De data over de stad en over de bezoekers worden geanalyseerd en gecombineerd in een dashboard. In november 2019 wordt de toepasbaarheid van het dashboard met gemeenteprofessionals met verschillende rollen gerelateerd aan de binnenstad getest.

Hightech Binnenstad loopt tot 1 januari 2020.  

Gerelateerde artikelen

Organisatie

Duurzaamheid in Beeld: Een datavisualisatie voor groenere tuinen

05 oktober 2023
Omgeving en data Organisatie

GROUNDED: Het onzichtbare toepasbaar maken

30 januari 2023
Slotconferentie.jpg Organisatie

Het eind van project Netmobiel maar het startschot voor Mobility-as-a-Service in de Achterhoek