ARC2: Op zoek naar het verleden; digitale dataverwerking

  • Code

    L.28617

  • Studiebelastingsuren

    0

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    1

Het project van deze module doe je in opdracht van de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH). Op de archeologische verwachtingskaarten zijn zones met een mogelijke archeologische verwachting niet zorgvuldig begrensd. Dit belemmert de gebruikers van de percelen soms onnodig in hun bedrijfsuitvoering. Saxion heeft van OMDH de opdracht gekregen om alle ruim 200 terreinen waar dit probleem speelt opnieuw te waarderen. Hiervoor voeren groepen studenten een booronderzoek uit in dit gebied. Dat is erop gericht om de verschillende grondlagen te karteren en eventuele menselijke bewoning of gebruik te achterhalen, om zodoende tot een betere archeologische kennis en scherpere waardering van dit gebied te komen. 
Om een dergelijke waardering goed uit te kunnen voeren, leer je in de module omgaan met de meetapparatuur (GPS en rTS) en het GIS-programma ArcGIS. Verder moet het onderzoek natuurlijk volgens de regels van de vigerende versie van de KNA worden uitgevoerd (KNA 4.1). Deze praktijkklus start met een Plan van Aanpak en resulteert in een KNA-conforme IVO-O rapportage.

Competenties

  • BBT competentie(s) zie Blackboard

Leerdoelen

  1. De student kan met ArcGIS tabulaire en geografische informatie importeren, analyseren en exporteren ten behoeve van het vervaardigen van kaarten zoals beschreven in de KNA.
  2. De student kan in ArcGIS puntgegevens verwerken tot een Digitaal hoogtemodel (DEM) en uit een DEM puntgegevens herleiden. 
  3. De student kan in ArcGIS gedigitaliseerde tekeningen omzetten van een lokaal naar het RD-coördinatenstelsel.
  4. De student kan zelfstandig met (robotic) total station en landmeetkundige GPS in het veld punten inmeten en uitzetten.
  5. De student kan de meest voorkomende problemen met de landmeetapparatuur oplossen. 
  6. De student kan werken met meetsystemen in RD en in een lokaal systeem en de een in de ander omrekenen.
  7. De student kan een gespecificeerde archeologische verwachting vertalen in een uitvoeringsplan t.b.v. een Plan van Aanpak en dit uitvoeren conform de vigerende Leidraden en KNA..
  8. De student kan een bijdrage leveren aan KNA-conforme rapportages gericht op inventariserend archeologisch onderzoek.

Werkvorm