ARC2: Digitale Archeologie

  • Code

    L.25075

  • Studiebelastingsuren

    140

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    4

De module Digitale Archeologie richt zich op het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden met betrekking tot het samenstellen, analyseren en deponeren van een digitale (ruimtelijke) dataset. Het doel is dat de student hierbij het hele traject van de inwinning, verwerking, analyse, presentatie en deponering zelf een keer doorloopt en daarbij de juiste standaarden weet toe te passen. Het uitganspunt hierbij is dat de student zelf een gebied door middel van remote sensing technieken kan documenteren. Deze data zal daarna in een geodatabase worden verwerkt en opgeslagen. De (ruimtelijke) gegevens worden daarnaast kwantitatief en kwalitatief geanalyseerd. Hierbij ligt de nadruk op het opsporen en visualiseren van archeologische en cultuurhistorische elementen. Aan het eind van het kwartiel is de dataset deponeerklaar en voorzien van metadata. Alles zal daarbij worden gepresenteerd in een volledig opgemaakte kaart met uitgebreid bijschrift.

Competenties

  • BBT n.v.t.

Leerdoelen

  1. De student is bekend met de voor- en nadelen van verschillende remote sensing inwinningstechnieken van ruimtelijke gegevens.
  2. De student is bekend met verschillende facetten van de kwaliteit van (ruimtelijke) gegevens (bijv.: precisie, nauwkeurigheid, resolutie, betrouwbaarheid).
  3. De student is in staat een plan te maken voor de inwinning van (ruimtelijke) remote sensing gegevens waarbij rekening gehouden wordt met de gevraagde kwaliteit van gegevens.
  4. De student kan een consistente digitale ruimtelijke gegevensset duurzaam samenstellen en beheren.
  5. De student kan beredeneerd een bepaald bestandstype kiezen voor een specifiek doel/toepassing.
  6. De student kan zinvolle ruimtelijke en/of statistische analyses uitvoeren.
  7. De student is in staat de (ruimtelijke) gegevens op een goede manier te presenteren.
  8. De student kan beredeneerd (internationale) standaarden met betrekking tot gebruik, deponeren en delen, toepassen op een digitale ruimtelijke gegevensset.
  9. De student kan verantwoorden hoe een gegevensset is opgebouwd en welke keuzes daarbij gemaakt zijn.

Werkvorm