- Code
T.24171
- Aantal ECTS credits
3
Zie Blackboard
Toetsvorm | Schriftelijk/Written/Klausur (S) |
---|
Toetscriteria
- De student kan aan de hand van een casus, onder verwijzing naar wetsartikelen, uitleggen waarom er wel/geen sprake is van:
- Werknemer
- Dienstbetrekking
- Fictieve dienstbetrekking
- Inhoudingsplichtige
- Loon
- Loon voor de Loonbelasting (belastbaar loon)
- Nettoloon
- Zakelijk salaris dga/fictief loon
- Loon in natura
- Auto van de zaak
- Nihilwaardering
- Vrijgesteld loon
- Aanspraken
- Hoofdregel/omkeerregel
- Eindheffing
- Werkkostenregeling
- Vaste vergoedingen
- Tarief/tabellen
- Heffingskortingen
- Voorheffing
- Wijze van heffing
- Pensioen
- Administratieve verplichtingen
- Naheffing - De student kan aan de hand van een casus, onder verwijzing naar wetsartikelen, bepalen hoeveel loonbelasting verschuldigd is, hoeveel het nettoloon bedraagt en wat de loonkosten voor de werkgever zijn.
- De student kan de verplichtingen die voor partijen uit een a.o. voortvloeien opsommen.
- De student kan bepalen of er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking.
- De student kan de rechtspositie van de minderjarige werknemer bepalen.
- De student kan uitleggen waarom er wel/geen sprake is van een rechtsgeldig overeengekomen proeftijd of concurrentiebeding.
- De student kan bepalen of er sprake is van een a.o. voor bepaalde of voor onbepaalde tijd.
- De student kan bepalen of er sprake is van een rechtsgeldig ontslag.
- De student kan de voorwaarden voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet opsommen.
- De student kan bepalen of een ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.
- De student kan bepalen of een a.o. rechtsgeldig is opgezegd.
- De student kan opnoemen wat de wettelijke vereisten voor ontbinding van een a.o. zijn.
- De student kan de kantonrechterformule toepassen.
- De student moet kunnen benoemen welke verplichtingen op de werkgever rusten in geval van ziekte van de werknemer.
- De student kan opnoemen welke 2 soorten sociale verzekeringen het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid kent en kan van beide varianten een voorbeeld geven.
- De student kan een functie opnoemen van de sociale voorzieningen in het kader van het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid. De student kan een voorbeeld geven van een sociale voorziening.
- De student kan de wettelijke vereisten voor een WW, ZW en WIA-uitkering opsommen.
- De student kan bepalen of er in de gegeven casus aanspraak gemaakt kan worden op een WW, ZW of WIA-uitkering en zo ja, wat de duur en/of hoogte van deze uitkering is.
- De student kan benoemen welke organisatie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de sociale verzekering.
- De student kan een casus op het gebied van sociaal recht / arbeidsrecht oplossen.