Oriëntatie methodisch werken - psychologische stromingen

  • Code

    L.28891

  • Studiebelastingsuren

    27

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    1, 2

In deze leereenheid krijg je hoorcolleges Psychologische stromingen waarbij je kennis maakt met verschillende psychologische stromingen, ook wel methodieken of benaderingen genoemd. Denk dan aan de cognitieve psychologie, behaviorisme, humanistische psychologie en de systeemtheorie. Deze stromingen vormen de basis voor verschillende SW methoden.

Competenties

  • Kwalificatie 1: Actief openstellen en signaleren
  • Kwalificatie 2: Bevorderen van sociaal functioneren in en van de primaire leefomgeving
  • Kwalificatie 3: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen in hun netwerken
  • Kwalificatie 4: Bevorderen van sociaal functioneren in en van gemeenschappen

Leerdoelen

1BK9: Je hebt basiskennis van diverse praktijktheorieën die richting geven aan het verantwoorden van je beroepsmatig handelen.

1BK10: Je hebt basiskennis van methodisch werken.

1BT2: Je bent in staat om op hoofdlijnen de verschillen en overeenkomsten tussen praktijktheorieën te benoemen.

2BT2: Je herkent factoren die het sociaal functioneren van de primaire leefomgeving beïnvloeden. 

2BT3: Je kunt de methodische cyclus herkennen in een gestructureerde situatie gerelateerd aan het sociaal functioneren binnen de primaire leefomgeving.

2BT4: Je bent in staat om methodieken en werkwijzen te herkennen die worden toegepast binnen de primaire leefomgeving.

2BK1: Je hebt kennis van de fasen van methodisch handelen binnen de primaire leefomgeving.

2BK2: Je hebt kennis van verschillende definities van empowerment.

2BK3: Je hebt kennis van de begrippen zelfregie en participatie.

2BK5: Je weet wat de recente (technologische) ontwikkelingen binnen het sociaal domein zijn, gericht op de primaire leefomgeving

2BO1: Je kunt op basis van een bestaande analyse aangeven hoe het welzijn binnen de primaire leefomgeving bevorderd kan worden.

3BK1: Je hebt kennis van de fasen van methodisch handelen en hoe deze van toepassing zijn op het netwerkgericht sociaal werken.

3BT4: Je bent in staat om methodieken en werkwijzen te herkennen die worden toegepast binnen het netwerkgericht werken.

3BO1: Je kunt op basis van een bestaande analyse aangeven hoe het welzijn binnen een netwerk bevorderd kunt worden.

3BK4: Je weet wat de recente (technologische) ontwikkelingen binnen het sociaal domein zijn, gericht op het optimaal sociaal functioneren van netwerken.

3BT2: Je herkent netwerkfactoren die van invloed zijn op het sociaal functioneren binnen het netwerk.

3BT3: Je kunt de methodische cyclus herkennen in een gestructureerde situatie gerelateerd aan het (sociaal) functioneren van netwerken.

4BT4: Je kunt een methodische cyclus herkennen in een gestructureerde situatie gerelateerd aan het (sociaal) functioneren van gemeenschappen.

4BO2: Je kan op basis van een bestaande analyse aangeven hoe het welzijn binnen gemeenschap bevorderd kan worden.

4BK5: Je hebt kennis van de fasen van methodisch handelen binnen de gemeenschappen.

4BT3: Je herkent gemeenschapsfactoren die van invloed zijn op het sociaal functioneren van de gemeenschap.

4BT5: Je bent in staat om methodieken en werkwijzen te herkennen die worden toegepast ter bevordering van het sociaal functioneren van gemeenschappen.

4BT7: Je kunt in een gestructureerde context de methodische cyclus toepassen ten behoeve van het bevorderen van het sociaal functioneren van gemeenschappen.

Werkvorm