Maatschappelijke opdracht sociaal werk

  • Code

    T.54733

  • Aantal ECTS credits

    1

De toetsing bestaat uit een dossier met betrekking tot verschillende aspecten uit de internationale definitie, beroepscode en de maatschappelijke opdracht van het Sociaal Werk. De student beschrijft hoe de eigen maatschappelijke betrokkenheid en kritische houding is ontwikkeld en hoe deze in de praktijk is gebracht in verschillende projecten. De student krijgt de keuze uit verschillende projecten.

Ten aanzien van een gekozen project schetst de student in het dossier een beeld van de sociale kwestie en werkt hierbij uit welke invloed historische en politieke ontwikkelingen hierin hebben.

De student beargumenteert waarom de sociale problematiek uit het gekozen project van belang is voor het sociaal werk en gebruikt hiervoor de aangereikte kennis in het 1e studiejaar over de internationale definitie en beroepscode. De student beschrijft wat kenmerkend is voor de rol van de sociaal werker in het gekozen project en hoe het sociaal werk het welzijn in de primaire leefomgeving, de netwerkomgeving en de gemeenschap kan verbeteren.

Toetsvorm Werkstuk/Report/Bericht (W)

Toetscriteria

De toetscriteria van deze individuele toets zijn gebaseerd op de volgende leeropbrengsten:


1BK1: Je hebt kennis van de maatschappelijke opdracht van Social Work en historie van het sociaal werk.   

2BO2: Je kunt op basis van een bestaande analyse aangeven wat de rol van sociaal werk is in het bevorderen van het welzijn binnen de primaire leefomgeving. 

3BO2: Je kunt op basis van een bestaande analyse aangeven wat de rol van sociaal werk is in het bevorderen van het welzijn binnen een netwerkomgeving. 

4BO3: Je kunt op basis van een bestaande analyse aangeven wat de rol van sociaal werk is in het bevorderen van het welzijn binnen de gemeenschap. 

7BO1: Je kunt beargumenteren waarom sociale kwesties relevant zijn voor het sociale domein. 

7BL1: Je bent je bewust van de invloed van de sociale kwesties en de politieke context ervan en hoe deze invloed hebben op jouw werk als sociaal werker. 

1BK3: Je hebt kennis van de internationale definitie van sociaal werk waaronder universele rechten van mensen en kinderen.  

10BK1: Je hebt kennis van de (inter)nationale beroepscode. 

1BC4: Je bent je bewust dat diversiteitsbewuste communicatie van belang is voor het sociaal werk.