ARC2: Opgraven

  • Code

    T.49938

  • Aantal ECTS credits

    5

-Individueel verslag Internationale archeologie (vergelijking van binnen- en buitenlandse opgraving; cijfer)
-Losse opdracht Geotechniek (Voldaan/Niet Voldaan)
Toetsvorm Werkstuk/Report/Bericht (W)

Toetscriteria

  1. De student kent de inhoud van het vigerende KNA-protocol Opgraven (land- en waterbodems).
  2. De student weet hoe een archeologische opgraving technisch, procesmatig en inhoudelijk voorbereid en uitgevoerd wordt in waterbodems.
  3. De student weet hoe een archeologische opgraving technisch, procesmatig en inhoudelijk voorbereid en uitgevoerd wordt in landbodems.
  4. De student weet hoe een monsternamestrategie voor een opgraving kan worden opgesteld.
  5. De student kan archeologische resten herkennen en weet hoe opgravingsgegevens op verschillende manieren kunnen worden vastgelegd.
  6. De student weet hoe sporen en vondsten worden gewaardeerd en geselecteerd voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen.
  7. De student weet op welke wijze de onderzoeksresultaten KNA-conform worden geanalyseerd en gepresenteerd. 
  8. De student kent de KNA-conforme aanleveringseisen voor analoog en digitaal deponeren en weet hoe het eigenaarschap daarvan is geregeld.
  9. De student heeft kennis van verschillen in opgravingsmethoden en -resultaten in Nederland.