ARC2: Funeraire Archeologie

  • Code

    T.54392

  • Aantal ECTS credits

    5

Volgt
Toetsvorm Werkstuk/Report/Bericht (W)

Toetscriteria

  1. De student kan relevante onderzoeksvragen formuleren voor het archeologisch en fysisch antropologisch onderzoek van een begraafplaats 
  2. De student is bekend met de meest voorkomende graftypen in het archeologisch werkveld.
  3. De student kent de voorwaarden voor opgraving, documentatie, behandeling, opslag en transport van de verschillende graftypen en menselijke resten.
  4. De student kan op basisniveau onderscheid maken tussen het skeletmateriaal van dieren en mensen en is bekend met specifieke kenmerken van het skelet van kinderen.
  5. De student kan de onderdelen van het menselijk skelet determineren op bot en locatie (links, rechts of axiaal).
  6. De student is bekend met de methoden en technieken gebruikt voor het bepalen van de leeftijd bij overlijden en het geslacht, de berekening van de geschatte lichaamslengte, het gebitsonderoek en de beschrijving van pathologische veranderingen.
  7. De student is bekend met de toepassing van natuurwetenschappelijke methoden in het skeletonderzoek.
  8. De student kan een rapportage opstellen over de vondstsituatie van skeletmateriaal en de voornaamste resultaten van het skeletonderzoek. 
  9. De student is bekend met de toepassing van archeologische en fysisch antropologische methoden in het kader van forensisch onderzoek.
  10. Kan een wetenschappelijke tekst lezen en de inhoud op een begrijpelijke manier uitleggen wat de essentie is en de bevindingen presenteren.