ARC1: Uitwerken sporen en structuren

  • Code

    T.54366

  • Aantal ECTS credits

    5

Groepsportfolio met daarin onder andere een presentatie  over uitgewerkte deelrapportage OS14, waarin de studenten helder en visueel uiteen zetten hoe ze tot de interpretatie van een bepaalde opgraving zijn gekomen.
Toetsvorm Portfolio (PF)

Toetscriteria

  1. De student kan handmatig en digitaal grondsporen en profielen tekenen op schaal (binnen het meetsysteem) en weet welke tekensymbolen in de KNA zijn voorgeschreven voor zowel vlaktekening als profieltekening.
  2. De student kan analoge veldtekeningen correct georefereren en op een juiste manier vectoriseren.
  3. De student kan in een databaseprogramma query’s opstellen die relevant zijn voor het dateren van archeologische sporen.
  4. De student kan in Excel eenvoudige grafieken maken, die relevant zijn voor de onderbouwing in de deelrapportage.
  5. De student kan een koppeling maken tussen tabellen in een database en een GIS.
  6. De student kan in GIS heldere, KNA-conforme thematische kaarten maken van opgravingsresultaten en de relatie opgegraven sporen - fysiek landschap.
  7. De student kan op basis van opgravingsdata (vlak-spoor-vulling, daarna spoor-structuur-complex) een kritische interpretatie geven aan opgegraven sporen, alsook de relatie tussen de aangetroffen sporen en het natuurlijke landschap.
  8. De student kan een heldere mondelinge presentatie geven over de resultaten en conclusies van de deelrapportage en deze ook goed verdedigen.
  9. De student kan kritisch nadenken en vragen stellen over methode, resultaten en conclusies van een andere groep.
  10. De student is zich bewust van het groepsproces en de eigen rol daarin. 
  11. De student beheerst de basiskennis en -vaardigheden voor Access en kan dit aantonen met een (Microsoft) certificaat.