CC6 T&I / EC6: Implementatie van technologie in zorg en welzijn

  • Code

    T.52652

  • Aantal ECTS credits

    7

De toetsopdracht voor deze module bestaat uit een verslag (summatief) en een presentatie (formatief). Het verslag omvat een implementatieplan voor een technologische innovatie. Hiervoor staat een vraagstuk centraal dat relevant is voor de eigen organisatie (of een andere organisatie voor wie de opdracht wordt uitgewerkt). Voor het vraagstuk biedt technologie een mogelijke oplossing. Hierbij kan het gaan om technologie ter ondersteuning van werkprocessen of technologie ter ondersteuning van therapie/behandeling/kwaliteit van leven etc.

Toetsvorm Werkstuk/Report/Bericht (W)

Toetscriteria

Inhoudelijke criteria:

Het implementatieplan bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Aanleiding: er wordt door de student een vraagstuk gekozen uit de praktijk welke relevant is voor de organisatie waar de opdracht voor uitgewerkt wordt. Schets de context en onderbouw waarom het vraagstuk relevant is. Formuleer een duidelijke doelstelling voor het implementatieplan die aansluit bij het vraagstuk. Reflecteer ook kort op de haalbaarheid en Innovativiteit van de doelstelling.
  2. Stakeholderanalyse: Identificeer welke stakeholders betrokken zijn bij het vraagstuk. Wat is hun rol? Waar, wanneer, en hoe zijn zij betrokken bij het vraagstuk? Breng de belangen van alle relevante stakeholders in kaart. Denk hierbij met name aan behoeften/wensen/eisen die vanuit stakeholders worden gewenst t.a.v. de technologische innovatie. Daarnaast een korte beschrijving van de methode die is gebruikt.
  3. Programma van eisen en keuze technologische innovatie: Stel aan de hand van de literatuur en de stakeholderanalyse ontwerpeisen op aan die de technologische innovatie moet voldoen. Kies a.d.h.v. deze ontwerpeisen de technologische innovatie die implementeerd moet worden.
  4. Implementatiestrategie: een beschrijving met behulp van relevante literatuur van de implementatiestrategie voor de technologische innovatie.
  5. Pilotplan: Werk de strategie uit in een concreet plan voor een pilot. Het plan dient een concrete uitwerking van  de setting, activiteiten, tijdspad en betrokken stakeholders te bevatten.  Stel tevens evaluatiecriteria op voor de pilot en beschrijf de evaluatiemethode die gebruikt moet worden. Identificeer samen met de stakeholders mogelijke risico’s die kunnen plaats vinden bij de uitvoering van de pilot met een beschijving van hoe de student daarmee om denkt te gaan.
  6.  Discussie: Reflecteer op de sterktes en zwaktes van het opgestelde implementatieplan. Geef een vooruitblik op de gewenste vervolgstappen die genomen moeten worden ten behoeve van nadere doorontwikkeling en uitrol van de technologische innovatie in de praktijk en denk na over mogelijk vervolgonderzoek. Reflecteer daarnaast op het proces: wat ging goed, wat zou anders moeten?

Voor de onderbouwing en uitwerking van het plan dient men gebruik te maken van actuele (inter)nationale literatuur rondom implementatie van innovaties.

De presentatie wordt gegeven tijdens de laatste lesbijeenkomst. Hierbij geeft de student een korte presentatie (ca. 10 min) van het implementatieplan aan de medestudenten en de docent. De feedback die dan gegeven wordt kan gebruikt worden voor het definitief maken van het verslag.