Specialist deel 6

Competenties

• AGZ.MMS.C2: Diagnosticeren
• AGZ.MMS.C3: Therapeutisch handelen

Leerdoelen

De master:

Onderzoek

• Gebruikt specialistische en evidence based kenniskennis ter interpretatie van gegevens.
• Voert specialistisch aanvullend onderzoek uit.
• Gebruikt relevante meetinstrumenten die aansluiten bij het medisch (ICD10) en het paramedische begrippenkader (ICF).
• Gebruikt indien wenselijk technologie om bewegingsproblematiek te analyseren.
• Brengt de belastbaarheid / trainbaarheid in kaart
• Brengt algemene en specifieke contra-indicaties ten aanzien van een interventie in kaart
• Analyseert, interpreteert en handelt conform de aanvullende (medische) onderzoeksgegevens
• Vraagt om extra informatie aan de arts en/of andere betrokkenen wanneer de testen niet voldoende beeld geven of incompleet zijn

Interpretatie en conclusie

• Bepaalt het patiëntprofiel
• Bepaalt of het gezondheidsprobleem beïnvloedbaar is door specifieke interventies
• Formuleert in overleg met de patiënt doelstellingen (smart) in de terminologie, zoals gehanteerd in het ICF
• Bespreekt korte en lange termijn gevolgen voor de gezondheid en de (sport)carrière met de cliënt (informed consent)
• Stelt een behandelplan op en bespreekt dit en de consequenties hiervan met de cliënt en eventuele andere betrokkenen en stelt deze zonodig bij (informed consent)
• Communiceert op adequate wijze zijn bevindingen met de patiënt en indien gewenst ook met andere disciplines en andere betrokkenen.

Verslaglegging

• Ordent onderzoeksgegevens volgens de richtlijn verslaglegging
• Gebruikt verantwoorde testen om zijn handelen objectief te maken

De master:

• Voert op methodische wijze, in afstemming met de overeengekomen behandeldoelen, de specialistische interventies uit, met behulp van efficiënte technische vaardigheden.
• Werkt zelfstandig, op verantwoorde wijze met gebruikmaking van specialistische en evidence based kennis.
• Informeert op begrijpelijke wijze de cliënt over de conclusies uit het onderzoek en het te verwachten herstel of de revalidatie
• Evalueert het resultaat van de specialistische interventie op effectiviteit en efficiëntie en stuurt op basis daarvan het handelen bij in samenspraak met de cliënt 
• Legt de verkregen behandelgegevens conform de KNGF richtlijn verslaglegging vast, en communiceert deze met betrokken andere professionals

Specifieke aanvulling voor de sportfysiotherapeut:

• Is in staat om kleine groepen te motiveren en op een adequate manier te laten samenwerken zodat een revalidatiedoel bereikt wordt
• Herkent en behandelt acute problematiek adequaat. Voorbeelden van acute problematiek zijn: bewustzijnsverlies, bedreigde en belemmerde ademwegen, bedreigde circulatie en de letsels van het houdings- en bewegingssysteem
• Is in acute situaties emotioneel stabiel, maakt adequate keuzes en past principes van de wondbehandeling toe
   

Werkvorm