Practice Based Learning 1 (PBL1)/ schriftelijke communicatie

Competenties

• AMA.TP AC11: Proactief en ondernemend handelen
• AMA.TP AC2: Probleemgericht werken
• AMA.TP AC3: Methodisch en reflectief denken en handelen
• AMA.TP AC5: Kritisch denken (= onderdeel van onderzoekend vermogen)
• AMA.TP AC6: Sociaal communicatief handelen
• AMA.TP AC9: ICT-geletterdheid

Leerdoelen

Professionele Ontwikkeling
De student:
• kan mondeling en schriftelijk communiceren;
• kan samenwerken met medestudenten;
• kan realistische doelen stellen en planmatig handelen;
• kan reflecteren op zijn eigen handelen;
• kan efficiënt en effectief omgaan met ICT;
• kan relevante informatie verzamelen, selecteren en gebruiken.
Presteren en Leren
Kennis  (reproductie/inzicht/toepassen)
De student heeft/kan:
• kennis van psychologische modellen; de student kan het model uitleggen;
• inzicht in psychologische modellen: de student kan zichzelf of iemand uit zijn omgeving plaatsen in het model;
• psychologische modellen toepassen in de beroepspraktijk: de student kan voorbeelden geven van situaties of plekken in de beroepspraktijk waar dit model toegepast kan worden;
• kennis en inzicht in het door de groep gekozen werkveld binnen presteren en leren. Hij is zich bewust van de benodigde competenties, taken, verantwoordelijkheden en uitdagingen.

Vaardigheid
De student is in staat om beknopt, kernachtig en op overtuigende wijze:
• uitleg en toelichting te geven over de psychologische modellen en onderwerpen;
• bovenstaande te vertalen naar het eigen handelen en dat van zijn groepsgenoten;
• voorbeelden te geven van de toepassing van de modellen/onderwerpen in de praktijk;
• boven de functie van de geïnterviewde expert uit te stijgen en werkveldoverkoepelend inzicht te geven in de rol van presteren en leren.

Houding
De student:
• neemt een kritische houding aan ten aanzien van zijn eigen presteer- en leercyclus;
• is bereid kritisch te zijn op zijn eigen manier van leren en presteren;
• toont zich nieuwsgierig ten opzichte van andere werkwijzen en wil weten hoe anderen denken
Schriftelijke Communicatie
De student kan:
• de volgende werkwoordsvormen correct toepassen: Infinitief, persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord, deelwoorden bijvoeglijk gebruikt;
• correct spellen volgens de richtlijnen van het Groene Boekje (2005) (samenstellingen, afkortingen, voorvoegsels, achtervoegsels, gebruik hoofdletters, c/k’s, aardrijkskundige namen
• in zinnen de stijlaspecten zoals genoemd in hoofdstuk 3 van het boek ”Snel beter schrijven” op  een correcte wijze toepassen.

Werkvorm