B22C1 Samenwerkende overheid II

  • Code

    L.25601

  • Studiebelastingsuren

    84

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    2

In kwartiel 1 van jaar 2 hebben jullie de module Samenwerkende Overheid 1 gevolgd. In deze module hebben jullie geleerd om vanuit verschillende benaderingen van beleid (rationeel, politiek, cultureel, institutioneel) te kijken naar complex maatschappelijk vraagstuk (‘wicked problem’) in het sociaal doemin te kijken. Naast de verschillende benaderingen van beleid is ook aandacht besteed aan de verschillende manieren waarop de overheid invulling kan geven aan haar sturende rol (rechtmatige, presterende, samenwerkende en participerende overheid).

Deze module is getoetst middels een kennistoets.

Waar in SO1 de kennis en de toepassing van deze kennis centraal stond, gaat het in SO2 primair om de vaardigheden en de toepassing van deze vaardigheden in een beroepsproduct.

Dit doen we onder andere over de boeg van het begrip ‘beleidsbemiddeling’; dit is een vorm van bemiddeling die zich toespitst op ‘wicked problems’. Een beleidsbemiddelaar is een onafhankelijke en neutrale persoon die door de betrokken partijen wordt ingeschakeld om een kwestie te helpen oplossen. In de VS is dit ook wel bekend als de ‘mutual gains approach’ (een op wederzijds gewin gerichte aanpak). Dit sluit ook goed aan bij de zgn. ‘politieke’ en ‘culturele’ benadering van beleid zoals behandeld tijdens SO1.

Daarnaast zullen we dieper ingaan op de netwerkanalyse zoals Bekkers die omschrijft in zijn boek.

In de module gaan we aan de hand van het netwerk rondom 'voortijdig schoolverlaten' (VSV) zowel individueel als met groepen aan de slag.

In de lessen zal ook aandacht zijn voor het oefenen met algemene bemiddelingsvaardigheden zoals luisteren, spiegelen & parafraseren, gerichte vragen stellen.

Competenties

  • BRR - dummy

Leerdoelen

Interview met professional

  • Inhoudelijke kwaliteit van de individuele analyse (o.a. rol, belangen, rechten/plichten, waarden, dominante perceptie van het probleem,  invloed/machtsbronnen, dominante afhankelijkheidspatronen)
  • Inhoudelijke onderbouwing van de individuele analyse (aantal en aard gebruikte bronnen)  

Groepsopdracht
Goed totaaloverzicht van de belangen, standpunten, doelen en waarden van de stakeholders

  • Overzicht en analyse van de belangen, zijnde de gemeenschappelijke, gedeelde, verenigbare en onverenigbare belangen (zie ook p 85-85 van Kramer)
  • Overzicht en analyse van de afhankelijkheden tussen partijen
  • Overzicht van hetgeen partijen anders willen of juist willen behouden

Reflectie op de samenwerking (in grote lijnen) waarin in ieder geval wordt ingegaan op de volgende vragen, deze worden inclusief onderbouwing (mede op basis van literatuur en ingewonnen informatie) van een antwoord voorzien: 

  • Hoe verloopt de samenwerking?
  • Waar zijn partijen het wel over eens, wat loopt goed (gemeenschappelijk en gedeeld belang)?
  • Waar zijn partijen het nog niet over eens, wat loopt minder goed en waar moeten ze nog uitkomen en wat is daar dan voor nodig? 
Overzicht van mogelijke conflicten/ontwikkelpunten binnen de samenwerking. Per conflictpunt/ontwikkelpunt  worden meerdere opties genoemd (‘open brainstorm’). Resultaat van de brainstorm is dus een overzicht van de mogelijke ontwikkelpunten met diverse aanbevelingen.  

Participatieplan
  • Het participatieplan is goed onderbouwd op basis van de theorie
  • Het participatieplan getuigt van originaliteit

Eindpresentatie

  • De presentatie geeft inzicht in de aard van het vraagstuk (o.a. probleem, tegenstrijdige belangen, mogelijke oplossingsrichtingen) en biedt het publiek dus een duidelijk inzicht in wat er speelt en waar de meerwaarde van het gepresenteerde ligt. Eventuele vragen vanuit het publiek worden ook goed onderbouwd van een antwoord voorzien.
  • De wijze van presenteren getuigt van originaliteit, zowel op inhoud als vormgeving.

Werkvorm