ARC3: Voorbereiden afstuderen

  • Code

    L.28585

  • Studiebelastingsuren

    140

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    3

Afstuderen doe je in het archeologisch werkveld voor een externe opdrachtgever. In deze semesterlange module geef je jouw afstudeeronderzoek vorm. Halverwege (week 10) dien je een afstudeervoorstel in aan de afstudeercie, die vaststelt of dit voldoet aan de opleidingseisen. Aan het eind van de module heb je jouw Plan van Aanpak voor het afstudeeronderzoek uitgewerkt, zodat je in het aansluitende semester kunt starten met jouw afstudeeronderzoek. 
De module bestaat uit interactieve colleges, kennisclips met formatieve toetsen en coachingsgesprekken. Hiernaast werk je samen in een themagroep, die is samengesteld op basis van voorbereidingsopdrachten afstuderen die je hebt gemaakt tijdens de SLB-lessen. Binnen themagroep geef je feedback op elkaars werk. 
Tot slot wordt in OM2 aandacht besteed aan schrijfvaardigheid. Je doet een zelfevaluatie op basis van jouw taalportfolio, en laat een eigen tekst beoordelen door medestudenten. Op basis hiervan maak je een keuze uit het online-aanbod op gebied van schrijfvaardigheid.

Competenties

  • BBT competentie(s) zie Blackboard

Leerdoelen

  1. De student kan een projectopdracht formuleren en vastleggen met heldere randvoorwaarden in samenwerking met zijn opdrachtgever. 
  2. De student kan relevante bronnen vinden bij zijn onderzoeksthema en deze beoordelen op inhoudelijke kwaliteit. 
  3. De student kan een probleem analyseren en dit vertalen naar een onderzoeksvraagstelling. 
  4. De student kan zelfstandig een onderzoeksvraag vertalen naar een onderzoeksaanpak. 
  5. De student kan meerdere invalshoeken bedenken van waaruit je een onderzoeksthema kunt belichten. 
  6. De student kan een realistisch, haalbaar projectplan opstellen. 
  7. De student kan zakelijk schrijven en daarbij correcte spelling, stijl en tekstopbouw hanteren.  
  8. De student kent de succes- en faalfactoren van onderzoeksprojecten op het gebied van tijd, geld, kwaliteit, organisatie, informatie en communicatie en kan deze toepassen op een eigen onderzoeksproject. 
  9. De student kan verkregen inhoudelijke en tekstuele (peer-)feedback ontvangen en verwerken. 
  10. De student kan een tekst beoordelen op taal en inhoud en aan de hand van een controlelijst opbouwende feedback leveren op een tekst die door iemand anders is geschreven. 

Werkvorm