1 Onderzoek

  • Code

    L.16579

  • Studiebelastingsuren

    168

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    3, 4, 1, 2

Semester 1

In de bijeenkomsten maak je kennis met onderzoek binnen het onderwijs. Voor deze module ga je een literatuurverdieping doen en op basis daarvan een vragenlijst uitzetten binnen jouw eigen school. Dit doe je op basis van een zelf geformuleerde probleemstelling en onderzoeksvraag die je kunt onderzoeken door middel van een vragenlijst. In de colleges wordt aandacht besteed aan de voor- en nadelen van literatuurstudie en vragenlijstonderzoek en voor welk type onderzoeksvragen dit geschikte instrumenten zijn.

Je leert hoe je systematisch relevante bronnen kunt zoeken en analyseren met behulp van databases voor wetenschappelijke literatuur. Je leert de gevonden bronnen te beoordelen op relevantie en juistheid en dit vervolgens te vertalen naar de ontwikkeling van een vragenlijst. Je krijgt relevante kennis en praktische tools aangereikt om jouw eigen vragenlijstonderzoek op te zetten en uit te voeren. Je leert hoe je open en gesloten vragen ontwikkelt om de variabelen te meten en hoe je van resultaten tot een conclusie en discussie komt. Tot slot besteden we aandacht aan hoe je de bevindingen rapporteert  in een onderzoeksverslag waarbij we de APA-richtlijnen hanteren. 

Semester 2

Deze module ga je aan de slag met twee meetinstrumenten: het afnemen van een interview en een observatie binnen jouw eigen school. In de colleges wordt aandacht besteed aan de soorten interviews en observaties, voor- en nadelen van beide instrumenten en voor welk type onderzoeksvragen de instrumenten geschikt zijn. Daarnaast krijg je tijdens de colleges relevante kennis en praktische tools aangereikt om jouw eigen interview- en observatieschema te ontwikkelen en om het interview en de observatie af te nemen.

In deze module ga je als eerst weer aan de slag met het formuleren van een probleemstelling en onderzoeksvragen die je kunt onderzoeken door middel van het afnemen van een interview en een observatie. Op basis van je onderzoeksvraag ga je de kernbegrippen operationaliseren tot meetbare variabelen. Je leert vervolgens hoe je interview- en observatieschema ontwikkelt om de variabelen te meten. Na het uitvoeren van het interview en de observatie ga je de verzamelde gegevens verwerken en analyseren. Op basis van de resultaten trek je conclusies om de onderzoekvraag te beantwoorden en bediscussieer je de betekenis van de resultaten voor de praktijk. Tot slot besteden we aandacht aan hoe je de bevindingen rapporteert.

Competenties

  • APO Competentie Master Educational Leadership Opbrengstgericht
  • APO Competentie Master Educational Leadership Reflectief en cyclisch
  • APO Competentie Master Educational Leadership Ondernemend
  • APO Competentie Master Educational Leadership Onderzoekend

Leerdoelen

  1. De student formuleert een logische onderzoeksvraag op basis van een concrete probleemstelling. 
  2. De student beschrijft de methode van de uitgevoerde literatuurstudie.
  3. De student past relevante, deels wetenschappelijke bronnen toe en verwerkt deze op een samenhangende manier binnen het theoretisch kader om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. 
  4. De student ontwikkelt een vragenlijst en toont aan dat deze vragenlijst gegevens oplevert om de onderzoeksvraag te beantwoorden. 
  5. De student analyseert de gegevens van de vragenlijst systematisch en maakt hierbij onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve data. 
  6. De student rapporteert de resultaten van het onderzoek objectief en systematisch door middel van grafische en tekstuele weergaven. 
  7. De student trekt voldoende en relevante conclusies en beantwoordt de onderzoeksvraag op gedegen wijze. 
  8. De student reflecteert kritisch op  de uitgevoerde literatuur- en vragenlijstonderzoek en beschrijft de relevantie voor de eigen onderwijspraktijk.
  9. De student ontwikkelt een gedegen observatie-instrument en een interview, toont aan dat deze instrumenten gegevens opleveren om de onderzoeksvragen te beantwoorden en de resultaten zijn objectief weergegeven.
  10. De student formuleert voldoende en relevante conclusies en beantwoordt de onderzoeksvraag op gedegen wijze.
  11. De student presenteert het onderzoek op overtuigende en enthousiaste wijze.
  12. De student bediscussieert het uitgevoerde onderzoek, de relevantie voor de praktijk en de eigen rol als onderwijskundig leider.

Werkvorm