‘Hoogtevrees en duizeligheid leer je wel af op de trampoline’

Vertel eerst eens even wat meer over synchroonspringen. Wat houdt dat precies in?
“Je springt op een trampoline, net als bij de individuele sport, maar bij synchroonspringen heb je als duo ieders een eigen trampoline. Je voert een oefening uit waarbij je samen op dezelfde hoogte, dezelfde routine, tegelijk uitvoert. Hoe beter je dat doet, hoe minder puntenaftrek je van de jury krijgt.”

Daar moet je zeker flink wat uren samen voor trainen?

“Ik train twaalf uur per week. Dus elke maandag, dinsdag, donderdag en zaterdag. Maar gek genoeg train ik bijna nooit met Claudia samen. Zij studeert aan de universiteit in Groningen en traint in Heerenveen. Ik studeer in Deventer en train in Apeldoorn. Ik wet echter wel precies wanneer zij op welke hoogte zit en wanneer ze zakt. We springen al vijf jaren samen maar zijn erg op elkaar ingespeeld. Het is natuurlijk niet zo dat Claudia en ik nooit samen trainen… Ik train wel met twee of drie anderen samen, want je kan elkaar wel helpen bij het verbeteren van je sprong. Naast duosprongen spring ik ook individueel.”

Waarom doe je aan trampolinespringen?

“Trampolinespringen is heel uitdagend. Je moet zelf je angsten overwinnen en nieuwe dingen leren. Iedereen vraagt altijd of ik er duizelig van wordt, of je het wel kan doen met hoogtevrees. Maar dat leer je wel af op de trampoline. Het is gewoon een kwestie van heel vaak doen. Ik ben op mijn dertiende begonnen met trampolinespringen. Dat is eigenlijk niet heel vroeg. Daarvoor was ik een turnster. Daarmee moest ik stoppen door een knieblessure. Trampolinespringen ligt daar dicht bij in de buurt en deze sport kon ik verbazingwekkend wel beoefenen ondanks mijn knieklachten.

Hoe combineer je je sport met je studie?

“Dat is soms wel even goed afstemmen. Ik volg de vwo-route van de Pabo, wat betekent dat ik de studie eigenlijk in drie jaar zou kunnen afronden, maar ik ga er wel een jaartje langer over doen. Daarbij maak ik ook gebruik van een Saxion Topsportregeling.”

En nu ben je student, topsporter en ook nog eens wereldkampioen. Wat een prestatie, gefeliciteerd!
“Dank je wel. We hadden ook echt niet verwacht dat we kampioen zouden worden. In 2014 werden we vierde op het Jeugd WK, dit jaar Nederlands kampioen. We dachten dat een finaleplaats dit jaar op het Jeugd WK wellicht wel mogelijk zou zijn. De beste acht mogen door, wij waren zevende. Eigenlijk was ons doel dus al bereikt en daar waren we heel tevreden mee. We besloten laten we onze oefening, die in de plaatsing niet helemaal naar onze tevredenheid ging, nu in de finale dan beter doen. En we hebben onszelf dik verbeterd, zelfs met een persoonlijk record. Ook toen hadden we ons doel weer bereikt, het maakte niet meer uit wat er gebeurde.”

Daarna moest je toekijken hoe de rest jullie score probeerden te halen.

“Inderdaad. Wij hadden onze oefening als tweede gedaan en mochten de andere zes koppels nog bekijken. Op een gegeven moment waren er nog drie te gaan, toen waren we dus in elk geval al vierde. Ze konden ons niet verbeteren. Het koppel daarna viel een van het duo, wat betekent dat je uit de running bent; wij stonden toen al voor de tweede plaats. We dachten ‘het zal toch niet gebeuren dat we wereldkampioen worden?’. We durfden niet meer te kijken. En toen was het ineens groot feest.”

Gaaf zeg! En nu willen jullie volgend jaar jullie titel verdedigen?

“Nee dat kan niet. Het Jeugd WK is tot 21 jaar en dat zijn we allebei. Maar misschien dat we aan het WK voor senioren mee mogen doen, maar dan moeten we ons daar eerst voor kwalificeren. Dat willen we wellicht ook wel. Maar eerst heb ik individueel nog twee wedstrijden. En dan ben ik ook wel toe aan een beetje rust, haha. Bovendien is deelname ook niet echt goedkoop. Deelname aan dit Jeugd WK kostte ongeveer 1500 euro. Een deel van de kosten wordt wel vergoed door NOC*NSF, maar het is geen vetpot, dus ook dat moeten we nog even bekijken.”