Samenwerken aan circulariteit in de gebouwde omgeving
Het lectoraat Netwerken in een Circulaire Economie van hogeschool Windesheim en het lectoraat Sustainable Areas and Soil Transitions (SAST) van hogeschool Saxion werken samen in het onderzoeksproject “Met lokale netwerken op weg naar circulariteit”, waarin we gemeenten volgen en helpen in het komen tot een circulaire economie. We hebben hierbij in het bijzonder aandacht voor de governance-aanpak van gemeenten.
Marcus Popkema, lectoraat Netwerken in een Circulaire Economie, Hogeschool Windesheim
Het bevorderen van circulariteit in de gebouwde omgeving staat hoog op het verlanglijstje van mensen die via een reductie van CO2-uitstoot willen bijdragen aan het terugdringen van klimaatproblemen. De bouw is wereldwijd verantwoordelijk voor 11% van de totale CO2-uitstoot1 (Zhong et al 2021). In Nederland is van de totale CO2-uitstoot ongeveer een derde deel afkomstig uit de bouw.
Voor het terugdringen van de CO2-uitstoot in de bouw zijn verschillende werkwijzen mogelijk. Een belangrijke aanpak is het kiezen van andere materialen of het ontwikkelen van andere productieprocessen voor bouwmaterialen. Het kiezen van hernieuwbare grondstoffen die lokaal kunnen worden geproduceerd, is hiervan een voorbeeld. Denk aan het gebruik van stro als isolatiemateriaal in plaats van steenwol. Een andere strategie is het terugwinnen van materialen uit gerealiseerde bouwprojecten.
In bijna alle gevallen is het voor betrokken partijen noodzakelijk om met andere partners te gaan samenwerken of op een andere manier met bestaande partners aan de slag te gaan. Dit geldt lokaal als bouwpartners de ambitie hebben om een de- of remontabel gebouw neer te zetten. Het bouwproces moet dan anders worden georganiseerd, wat met regelmaat leidt tot veranderende rollen van partijen in een bouwteam. Om materialen uit bestaande panden te gebruiken is eveneens veranderende samenwerking vereist. Een lokaal aanbod van herbruikbare bouwmaterialen en grondstoffen sluit niet altijd aan bij de vraag, waardoor transport nodig is, en dat hierbij markten in andere landen in het vizier komen zal weinigen verbazen.
Een aandachtspunt bij de aanpak van het hergebruik van bouwmaterialen is dat bestaande bouw meestal niet is ontworpen om grondstoffen nogmaals hoogwaardig te benutten. Dit betekent dat demontage doorgaans niet kan plaatsvinden zonder schade aan te brengen aan potentieel herbruikbare bouwelementen of grondstoffen. Voor het beter benutten van beschikbare materialen is het derhalve een vereiste dat gebouwen veel vaker dan nu het geval is op een losmaakbare wijze worden gerealiseerd. Het houdt onder meer in dat gebouwonderdelen niet meer aan elkaar worden verlijmd of geklonken. Maar ook dat bij de aanleg al rekening wordt gehouden met de wijze waarop het gebouw ooit uit elkaar gehaald gaat worden.
Losmaakbaar bouwen is nog geen gemeengoed. Kennis over wat er allemaal bij komt kijken is in ontwikkeling. Het ontwerp moet anders, het bouwen moet anders. Losmaakbaarheid heeft bovendien regelmatig consequenties voor het beheer van een bouwwerk en de ‘einde levensfase’ komt er anders uit te zien. Bestaande manieren van samenwerken in de bouw veranderen hiervoor. Een voorbeeld is dat de expertise van een sloopbedrijf nodig kan zijn in de ontwerpfase. Of dat de aanleg van installaties op een ander moment eerder zijn beslag moet krijgen.
Om te kunnen bouwen is altijd samenwerking nodig. Voor circulair bouwen is andere dan de gangbare samenwerking een vereiste, op verschillende fronten. Zoveel mag duidelijk zijn. En ja, om de nieuwe samenwerking te kunnen ontwikkelen is ook weer samenwerking nodig. Op het vlak van aanjagen en regelgeving is hierbij een relevante rol weggelegd voor overheden. Gemeenten kunnen als opdrachtgever en als regelgever stimulerend optreden bij het aanjagen van vernieuwing in de bouw. Overheden dragen op deze manier bij aan het creëren van een nieuwe markt en een nieuwe standaard.
Zolang circulair bouwen nog geen gemeengoed is, krijgen alle betrokken partijen te maken met veranderingen. De overgangsfase vereist een open vizier en de wil om een andere manier van werken vorm te geven. De kans is groot dat circulair bouwen steeds normaler wordt, waarmee de nieuwe vormen van samenwerking ingeslepen raken. En daarna? Dan wacht er vast weer een nieuwe (samenwerking)opgave voor overheid, ondernemingen, onderwijs en onderzoek.
1) Zhong, X, et al. (2021). Global greenhouse gas emissions from residential and commercial building materials and mitigation strategies to 2060. Nature Communications, 12, doi:10.1038/s41467-021-26212-z