column

Column: Droeftoeters en blijblaters

Het lijken wel schertsfiguren uit de Bommelstrips van Marten Toonder, de droeftoeter en blijblater. Of het nu om de gaswinning gaat of over het onderwijs in het jaar 2032, als de droeftoeter naar zijn mening wordt gevraagd, is hij tegen. De blijblater daarentegen is een òpdenker. Hij is altijd vóór. Jeroen Brouwers en Gerrit Komrij, twee van Neêrlands grootste literatoren, hebben ooit een boekje met onderlinge correspondentie uitgegeven onder de titel De stilte bestaat uit zoveel antwoorden. Een mooie titel, waar ik wel eens aan denk als er weer een interessant programma op radio of tv is over een actueel onderwerp.

 Helaas lijken zulke programma’s niet gemaakt te kunnen worden zonder opinieonderzoek. Droeftoeters en blijblaters mogen dan hun mening geven en commentatoren duiden vervolgens weer de onweerlegbare feiten: 723 droeftoeters zijn tegen en 512 blijblaters vóór. Ja, de stilte bestaat uit zoveel antwoorden. Steeds vaker voel ik de neiging opkomen om actualiteitenprogramma’s te mijden. Iedereen heeft een mening en wil die ook uiten. Géén mening hebben is geen optie. En blijkbaar geneert niemand zich ervoor als zo’n mening de diepgang van een twitterbericht heeft.

Ik ben het eens met Daan Roosegaarde die ooit uitriep: “Rot eens op met je mening, kom eens met een voorstel!” De vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar het is niet te verteren dat we bij de uitoefening daarvan nog steeds in de pierenbadjesfase van democratisch burgerschap zitten.

Discussiëren kun je gelukkig leren en het verzamelen van argumenten voor het funderen van een mening gelukkig ook. Wat zou het mooi zijn, als de volgende uitspraak van Theo Maassen in de toekomst voor al onze kinderen kan gelden: “Hij kon het zo mooi vertellen…, met z’n argumenten!”

Weinig mensen denken, toch wil iedereen een mening hebben. Dat moet veranderen. Als we voor het bouwen van een mening kinderen zouden leren vooraf wat meer na te denken, zouden ze snel inzien, dat de werkelijkheid ingewikkeld is en om nuances vraagt. Dan zouden ze ook leren dat voor een mening meer nodig is dan 140 tekens en dat we meer komma’s nodig hebben om een punt te maken.

We kunnen er op school mee beginnen: leren om eerst argumenten te verzamelen voordat een mening verkondigd wordt. We zouden kinderen wat vaker kunnen vragen waarom ze iets vinden en daarbij antwoorden als “Nou, gewoon, daarom!”, of “K’wee nie!” moeten verbieden. Zo zouden we het ontstaan van ongefundeerde meningen helpen voorkomen. Dat is belangrijk. Voltaire zei immers al dat vooroordelen de argumenten van dwazen zijn.

Als leerlingen in de geest van de 21st century skills opgroeien, hoort daar het hebben van een mening bij. Aan ons de taak dat gefundeerde meningen te laten zijn en niet die van een nieuwe generatie droeftoetsers en blijblaters.

René Berends, Saxion

René Berends

Gerelateerde artikelen

Media Organisatie

Lectoraat Vernieuwend Onderwijs lanceert ‘Staat van het Vernieuwingsonderwijs’

23 april 2025
Symen van der Zee en Willeke Slingerland (fotografie: Thomas Busschers) Onderzoek

Saxion komt met module Moreel Kompas: ‘Wat je hier oefent, is natuurlijk een blauwdruk voor hoe je de samenleving ingaat’

05 maart 2024
Expeditie Dalton karakters Helen, Stan en Kweenie Organisatie

Expeditie Dalton: een nieuwe online leeromgeving