20181005_154237.jpg
Onderzoek

Slimme tech-gevels van Future Factory moeten bijdragen aan energieneutrale bouwomgeving

Twee renovatiefabrieken die jaarlijks 25.000 slimme tech-gevels moeten produceren, dat is het doel van het door drie bedrijven geïnitieerde plan Future Factory. Ook de Saxion-lectoraten Sustainable Building Technology en Duurzame Energievoorziening spelen een belangrijke rol binnen dit project, dat moet helpen de complete Nederlandse bouw in 2050 volledig energieneutraal te krijgen.

Project Future Factory in het kort

Het is een ambitieuze doelstelling van de Nederlandse overheid: vanaf 2050 moeten alle bestaande gebouwen in Nederland energieneutraal zijn. Om dit proces te versnellen deelde de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) eind 2019 onder de noemer Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma's (MMIP) subsidies uit aan consortia die zich bezighouden met de versnelling van energierenovaties in de gebouwde omgeving. Project Future Factory is zo’n consortium en ontving daarom ruim 15 miljoen euro.

Het doel van initiatiefnemers Bouwgroep Dijkstra Draisma, Factory Zero en Rc Panels is om twee renovatiefabrieken te bouwen die slimme tech-gevels produceren, zodat deze gevels gebruikt kunnen worden bij de renovatie van seriewoningen (bouwjaar 1945-1985) door heel Nederland. Ook Saxion maakt onderdeel uit van het consortium. De lectoraten Sustainable Building Technology en Duurzame Energievoorziening houden zich bezig met het kwantificeren van gebouwprestaties en het efficiënter inrichten van de werkzaamheden op locatie. 

Project Future Factory, het kan worden gezien als een noodkreet van de drie industriële partners: als we zo blijven aanmodderen, gaan we de ambitie van de Nederlandse overheid niet halen in 2050. Volgens lector Christian Struck van het lectoraat Sustainable Building Technology zijn er twee argumenten voor het project. “We moeten versneld aan de slag,” vertelt hij. “Momenteel wordt slechts 0,4% tot 1,2% van de bestaande woningen gerenoveerd. Dit moet opgeschaald worden. Daarnaast is hoe we het nu in Nederland aanpakken by far te duur om op grote schaal toe te passen. Een nul-op-de-meter-renovatie kost nu inclusief BTW zo’n €130.000,-.” Vandaar dus project Future Factory. “We hebben meer partijen en hallen nodig die op grote schaal industrieel en geautomatiseerd dit soort renovatiepakketten maken.”

Make-over

Het renovatiepakket in dít verhaal bestaat uit slimme tech-gevels. Deze bevatten ventilatiesystemen, verwarmingen en andere technieken die bijdragen aan de duurzaamheid van een woning. De gevels worden tijdens de renovatie aan de huizen bevestigd. “Daarna is het een kwestie van stekkeren en aansluiten en dan moet alles werken”, vertelt Gerard Salemink, eveneens vanuit het lectoraat Sustainable Building Technology betrokken bij het project. “Dus geen losse onderdelen, klemtangen en buisjes meer. De huizen krijgen als het ware een make-over, want het ziet er nog mooi uit ook. Het is namelijk niet alleen een energetisch verhaal: het moet er goed uitzien en je moet er ook comfortabel in wonen.” Het renovatieproject betreft rijwoningen, appartementen en flats door heel Nederland, gebouwd vanaf de tweede wereldoorlog tot midden jaren tachtig. “Die staan namelijk al in de planning voor groot onderhoud. Daarom hebben we ook de woningcorporaties betrokken. We vinden dat het aanbod dermate uitdagend moet worden dat de particulier het wil en kan kopen. De eindproducten moeten in hoge mate aanpasbaar en uniek zijn, anders krijg je eenheidsworst. En dat willen we niet in Nederland.”

Jarenlange aanloop

De betrokken Saxion-lectoraten doen al langer onderzoek naar duurzame renovaties. Gerard: “Het is niet zo dat in een keer uit de lucht komt vallen. Voor ons heeft dit project een jarenlange aanloop gehad en de MMIP heeft het uiteindelijk versneld. Er zijn in totaal drie hbo-instellingen betrokken: de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) doet veel met lean en smart industry, de Hogeschool Utrecht en wij doen al jaren veel rondom de thema’s waar wij nu mee bezig zijn. Zo is dat bij elkaar gekomen. Er wordt binnen dit programma veel onderzoek gevraagd en we hebben het zo verdeeld dat de hogeschool die de meeste expertise of ontwikkelambitie op een bepaald vlak heeft, dat ook oppakt.”

Als die fabrieken er komen en de producten werkelijk tegen lage prijzen worden aangeboden met een betere kwaliteit, krijg je een betere positionering. Nu hangt rondom duurzaam renoveren nog het imago dat het duur is en er niet leuk uitziet.

Gerard Salemink, Saxion
Gerard Salemink van het lectoraat Sustainable Building Technology

Saxion focust zich binnen Future Factory op het kwantificeren van gebouwprestaties, voor en na de renovatie. Ze meten het isolerend vermogen, energieverbruik én het comfort. “We hebben meetapparatuur en berekeningsprogramma’s in huis om dit te kwantificeren”, aldus Gerard. “Zo kunnen we kijken: halen we de beoogde prestatie? Wat we veelal tegenkomen is dat er een bepaalde energieprestatie wordt gedefinieerd, bijvoorbeeld 50 kilowattuur per vierkante meter per jaar, en dat soms drie tot vijf keer hoger uitvalt dan geambieerd. Daar proberen wij dan meerwaarde te creëren, door de prestaties die wij realiseren te koppelen aan wat ontworpen is. Ons doel is om niet alleen theoretisch die nul-op-de-meter-energiebalans te bewerkstelligen, maar deze ook daadwerkelijk te behalen met de exploitatie van de gebouwen. Anders lukt het ons nooit om een CO2-neutrale omgeving te waarborgen.”

De lectoraten onderzoeken ook hoe de werkzaamheden op locatie gestandaardiseerd en dus efficiënter kunnen worden. “De helft van de kosten zit in hoe het geheel op de bouwplaats aankomt, de andere helft worden gemaakt op locatie zelf. Hoe kunnen we die werkzaamheden repeterend krijgen, zodat we minder zekerheden hoeven in te bouwen en we dus minder uren hoeven te reserveren voor tegenvallers? Dat hele proces, ook daar zitten wij stevig in.”

Repeterend proces

Future Factory is een langlopend project van vijf jaar. In die tijd wil het consortium het renoveren van een woning transformeren van een ambachtelijk proces naar een repeterend proces. “Dan kun je zeggen: we gaan een aantal woningen testen die representatief zijn voor een grote serie woningen die daarachter zit. En zo kunnen we zien: moeten we nog aanpassingen doen of liggen we op koers?” Het feit dat het een meerjarenplan is, heeft volgens Gerard ook een voordeel voor de studenten die meedraaien vanuit het Smart Solutions Semester, minoren, stageopdrachten en afstudeeropdrachten. “Hen kun je nu de ruimte geven om out-of-the-box te denken.”

Het uitgangspunt van het consortium is voorlopig dat er twee fabrieken gebouwd worden op een logistiek gunstige plek in Nederland. Christian: “Als die fabrieken er komen en de producten werkelijk tegen lage prijzen worden aangeboden met een betere kwaliteit, krijg je een betere positionering. Nu hangt rondom duurzaam renoveren nog het imago dat het duur is en er niet leuk uitziet.” Christian: “Voor ons als onderzoeksgroep is het doel van dit project anders: wij willen kennis genereren, de marktpartijen verder helpen en onze studenten op een hoger niveau krijgen.” Ook de subsidieverstrekker ziet volgens hem de potentie van het project en is blij dat het projectvoorstel door maakpartijen is ingediend. “Dat is veelal anders. In het verleden zag je vaak dat de onderzoekspartijen bepalen. Maar het gaat uiteindelijk om de markt”, besluit hij. “En dat is het mooie van het hbo.” 

Tom Wassink

Tom Wassink

Met een journalistieke én een marketingachtergrond is Tom Wassink als online redacteur bij de Dienst Marketing en Communicatie altijd op zoek naar een verhaal. In zijn vrije tijd houdt hij zich, zowel binnen als buiten de lijnen, vooral bezig met sport en dan in het bijzonder met voetbal.

Gerelateerde artikelen

Jens Oelerich nieuwe lector Sustainable & Functional Textiles Onderzoek

Jens Oelerich nieuwe lector Sustainable & Functional Textiles

22 april 2024
Onderzoek

Hans Gelten gaat voor een Professional Doctorate: ‘Het past bij wie ik ben’

18 april 2024
Onderzoek

Marjolein den Ouden en Marloes Postel over technologie in de zorg