Montessorischolen weer geopend
Organisatie

Column: De montessorischolen zijn weer begonnen: we hebben echt wat in korte tijd voor elkaar gebokst

Jaap de Brouwer Leestijd Minuten

Na een flink aantal weken afstandsonderwijs mochten de meeste kinderen vanaf 11 mei weer naar school. Halve groepen, maar wel weer écht contact met de kinderen: ‘De kinderen hebben elkaar enorm gemist!’, zo laten de aanwezige montessorileraren weten bij de online Meet en & Greet op donderdag 14 mei. Wat volgt is een gesprek over het werken met halve groepen, observeren, een ‘piekerpot’ en de voortgang die bepaalde kinderen hebben geboekt tijdens het thuisonderwijs: ‘Sommige kinderen hebben grote stappen gezet in hun ontwikkeling en andere kleinere. Dat is voor een montessorischool geen probleem want wij gaan door op het niveau van de kinderen waar zij nu zijn’.

Eindelijk weer aan het werk

Bij het opengaan van de scholen hebben de leraren stilgestaan bij hoe de kinderen het thuis blijven hebben ervaren. In een groep is er een emotiethermometer waarin kinderen kunnen aangeven hoe zij zich voelen. Een andere leraar heeft een ‘piekerpot’ gemaakt. Kinderen kunnen daar briefjes in stoppen als ze ergens mee zitten. Met de kleuters worden er liedjes gezongen over de emoties om zo het gesprek aan te gaan over hun ervaringen. Het was voor de aanwezige leraren duidelijk dat de kinderen elkaar enorm hadden gemist, maar de grootste gemene deler was volgens de montessorileraren dat kinderen graag aan het werk wilden: ‘De kinderen komen binnen en gaan aan het werk. Daar hadden ze schijnbaar echt behoefte aan, om weer te kunnen kiezen uit een voorbereide omgeving. De kinderen duiken op de materialen en de kosmische kast. Dat is geweldig om te zien’. De kinderen weten dan ook precies waar ze mee bezig zijn en waaraan ze willen werken. ‘Het lijkt wel alsof de kinderen nooit zijn weg geweest’. 

Het afstandsonderwijs heeft school letterlijk in huis gebracht. Verschillen zijn er wel: sommige kinderen hebben thuis veel vrijheid gekregen in het maken van het schoolwerk, terwijl anderen thuis juist in strak regime zaten. Als gevolg daarvan zien leraren dat er veel verschillend werk gekozen wordt door de kinderen op school. ‘De kinderen komen nu met een duidelijk doel op school. Ze genieten van de keuzevrijheid, het werken in eigen tempo en eigen ritme. Het is aan ons als leraar de taak om dit proces te observeren, te kijken waar een gesprek nodig is. Kinderen geven zelf hun behoefte aan. Wij als leraar hoeven hierdoor niet vanuit veronderstellingen te werken. Een goed gesprek met kinderen komt vanzelf als daar behoefte aan is’. 

Hoezo kleinere groepen?

Leraren observeren dat er een andere dynamiek ontstaat in de groepen: ‘Er ontstaan nieuwe vriendschappen doordat niet alle kinderen tegelijk op school aanwezig zijn. Kinderen die eerder stil waren in de groep krijgen nu de ruimte om meer op de voorgrond te treden. Je moet echt weer werk maken van de groepsvorming, omdat je eigenlijk werkt met twee nieuwe groepen’.  

Toch vinden de montessorileraren deze groepssamenstelling niet ideaal. ‘Ik kom er op terug dat we kleinere groepen moeten hebben. Het is lastiger samenwerken tussen de kinderen, omdat er gewoonweg minder kinderen in de groep zijn. De kracht van de heterogene groep is bijvoorbeeld dat de oudere kinderen de jongere kinderen in de groep helpen. Daar is nu minder sprake van’. 

Op de meeste scholen is het zo georganiseerd dat de twee groepen elkaar niet zien. Het contact met de gehele groep is er daardoor nog steeds niet, maar dit wordt veelal creatief opgelost. Zo is er in een middenbouwgroep een postlijn opgezet waarbij de kinderen elkaar brieven kunnen sturen. In een onderbouwgroep wordt gebruik gemaakt van een groepsapp met ouders. Daar worden ook foto’s gedeeld van het werk dat de kinderen op school maken. “Zo krijgen de kinderen die thuis werken nog wat mee van wat er op school gebeurt. Het biedt ze inspiratie om thuis ook met dat soort werk aan de slag te gaan’.

Niet gaan oberen

Hoe fijn het ook is dat kinderen weer naar school komen, valkuilen zijn er ook. ‘Sommige kinderen hebben grote stappen gezet in hun ontwikkeling en andere kleinere. Dat is voor een montessorischool geen probleem, want wij gaan door op het niveau van de kinderen waar zij nu zijn. We hebben nu meer tijd voor de kinderen omdat de groepen kleiner zijn. Ik betrap mezelf er op dat ik nu juist meer lesjes wil gaan geven, meer de kinderen wil gaan bedienen. Maar je moet oppassen dat je geen ober wordt die extra instructie gaat geven en zo de kinderen juist weer meer afhankelijk van je laat worden’. Liever gebruiken de leraren de extra tijd die ze hebben aan het observeren: ‘Wat hebben de kinderen echt van ons nodig? Waar ligt de behoefte? Dat gaat niet alleen over leren, maar soms ook over kinderen vertrouwen geven in hun eigen kunnen. Zeggen dat ze hard gewerkt hebben of gewoon melden dat je het fijn vindt dat ze er weer zijn’. Minder extra instructies geven, maar juist eerst meer observeren en gesprekken voeren. Zo zorgen de leraren er voor dat zij de individuele begeleiding van de kinderen zo goed mogelijk kunnen afstemmen. ‘Ga gewoon met de kinderen werken. Stel veel vragen. Je kan nu elk kind een kort lesje geven, door onze individuele benadering weet je daarna precies waar een kind zit. Zo krijg je al snel een goed beeld van wat de kinderen kunnen en kennen’.

Volgens de leraren is er geen sprake van opgelopen leerachterstanden. ‘Dat controlerende karakter past ook niet in de montessoristijl. We hoeven niet alles te checken, maar vertrouwen de kinderen in hun leerproces. Wat de kinderen thuis hebben gemaakt aan werk, gaan we op school niet nog eens dunnetjes overdoen’. De meeste montessorischolen zijn niet van plan om een volledige trits aan CITO-toetsen zo snel mogelijk uit de kast te trekken. Wel willen ze inzicht krijgen in het niveau van de kinderen. 

De voorbereide thuisomgeving

Lesjes geven en observeren, dat is dan ook wat de meeste montessorileraren doen nu de kinderen weer terug zijn op school. ‘Ik zorg ervoor dat de kinderen met de lessen op school thuis zelfstandig verder kunnen werken. Wanneer de kinderen dan weer op school komen, kan ik vragen stellen over werk of vragen van ze beantwoorden. Zo kunnen ze thuis ook rustig verder werken’.  

Hoewel de situatie met halve groepen nog niet ideaal is, geven de leraren aan door het afstandsonderwijs veel geleerd te hebben. Zo vinden ze het interessant om het onderwijs op een andere manier in te richten. Ook het feit dat ouders en school meer op één lijn kwamen door het afstandsonderwijs wordt als een positief punt genoemd. ‘Ouders moesten thuis ook een voorbereide omgeving creëren. Dat moeten we koesteren. We hebben gezien dat kinderen altijd en overal leren. De digitale middelen die we nu hebben ontdekt kunnen we gebruiken als back-up, bijvoorbeeld voor een langdurig ziek kind’. 

Toch wordt op de snelle omschakeling van fysiek les naar afstandsonderwijs met gemengde gevoelens teruggekeken. ‘Aan de ene kant hebben we laten zien wat een geweldige verandercapaciteit er in het onderwijs aanwezig is. Ik heb mijn team intens zien samen werken, veel minder ieder voor zich. We hebben echt wat in korte tijd voor elkaar gebokst’. Aan de andere kant moest het ook allemaal wel erg snel, zonder altijd een op voorhand duidelijk plan. ‘Leraren hebben amper de tijd genomen om te wennen. We moesten snel omschakelen, gelijk moest er iets voor de kinderen geregeld worden’. Toch is het ideaal van deze montessorileraren duidelijk: een heterogene groep, in een voorbereide omgeving en in direct contact met elkaar.        

Jaap de Brouwer

Sinds augustus 2017 is De Brouwer werkzaam als onderzoeker van het lectoraat Vernieuwingsonderwijs. Hij richt zich daar op op het onderzoeksproject naar zelfsturing. Specifiek is hij bezig met het onderzoek naar de wijze waarop zelfsturing past binnen onderzoekend leren. Daarnaast is De Brouwer werkzaam als montessori-opleider en docent van twee modules in de montessori-/daltontrack van de master Leren & Innoveren Onderzoekende Ontwerper van Saxion. 

De combinatie van het lectoraat en het lesgeven is volgens hem zeer waardevol, omdat onderzoek en praktijk daarin op prachtige wijze samenkomen.

Patrick Sins, Saxion

Dr. Patrick Sins

Patrick Sins is lector Vernieuwingsonderwijs Saxion en Thomas More hogeschool

Gerelateerde artikelen

Symen van der Zee en Willeke Slingerland (fotografie: Thomas Busschers) Onderzoek

Saxion komt met module Moreel Kompas: ‘Wat je hier oefent, is natuurlijk een blauwdruk voor hoe je de samenleving ingaat’

05 maart 2024
Expeditie Dalton karakters Helen, Stan en Kweenie Organisatie

Expeditie Dalton: een nieuwe online leeromgeving

26 juni 2023
Onderzoek

In de voetsporen van Maria Montessori: Jaap de Brouwer wint International Montessori Award