Een jaar lang thuiswerken: zo verging het lector Mettina Veenstra
Deze week werken en studeren nagenoeg alle werknemers en studenten van Saxion precies een jaar thuis. Lector Mettina Veenstra heeft met haar collega’s een paar slimme trucjes bedacht om het onderlinge contact goed te onderhouden, maar zou graag weer eens met een collega naar de koffieautomaat lopen. “Even vragen hoe het weekend was, dat soort simpele dingen.”
Begin vorig jaar onderzocht Mettina met het lectoraat Smart Cities hoe gemeenten op een datagedreven manier hun binnenstadbeleid kunnen formuleren en monitoren. Mede door de coronacrisis stond het onderzoek al snel volop in de belangstelling. “Het was een jaar waarin veel aandacht is geweest voor dat thema”, vertelt Mettina. “In de krant en op de radio, maar ook vanuit veiligheidsregio’s en andere organisaties die contact met ons opnamen. Daardoor was het druk – het komt naast alle andere dingen die je doet – maar ik denk dat het heel goed gewerkt heeft dat we een boek hebben geschreven. Dat is veel gelezen en bleek een mooie vorm van kennisoverdracht. Dat was wel een ontdekking, evenals het feit dat een onderzoek onverwachts veel impact kan hebben.”
Borrelpakketjes
Maar ook het lectoraat Smart Cities moest, omdat zij voor hun onderzoek geen lab nodig hebben, vanaf eind maart volledig thuis werken. “Dus toen hebben we gekeken naar manieren om contact te houden, vooral ook met collega’s die het moeilijk hebben door hun thuissituatie. In eerste instantie hebben we af en toe een borrel georganiseerd en om de twee weken een halfuurtje ingepland om bij te kletsen, naast de reguliere kenniskringbijeenkomsten. Zodat je toch een beetje de vinger aan de pols houdt. Daarnaast zijn er op een gegeven borrels ontstaan, waarbij we iedereen borrelpakketjes hebben gestuurd en een pubquiz hebben georganiseerd. We zijn ook nog van plan samen te gaan eten online, door iets te laten bezorgen of een kookworkshop te doen.”
Kantoorsfeer
Ook onderzoek doen gaat haar thuis redelijk goed af. “Vroeger ging ik, als ik een projectvoorstel moest schrijven, thuis zitten om de rust te vinden en niet gestoord te worden. Dat werkt nu nog steeds wel zo. Alleen is het aantal vergaderingen enorm toegenomen, omdat je veel makkelijker even om tafel gaat zitten met iemand, zonder dat je die reistijd hebt. Ik heb hier thuis een stawerkplek gemaakt, want op een gegeven moment kon ik ’s avonds niet eens meer op de bank zitten, van al dat zitten overdag. Dat soort dingen, daar moet je een beetje handig in worden.”
Wat we af en toe doen met drie of vier collega’s, is gewoon een vergadering starten, desnoods met de camera uit, en aan het werk gaan. Als iemand dan even wat zegt, kun je daar op reageren en hoef je niet per se iemand speciaal te bellen.
Met een handvol collega’s heeft ze bovendien een manier gevonden om het thuiswerken toch nog een beetje gezellig te maken. “Wat we af en toe doen met drie of vier collega’s, is gewoon een vergadering starten, desnoods met de camera uit, en aan het werk gaan. Als iemand dan even wat zegt, kun je daar op reageren en hoef je niet per se iemand speciaal te bellen. Zo creëer je een beetje de kantoorsfeer.”
Koffieautomaat
Toch merkt Mettina dat het thuiswerken z’n weerslag heeft op de slagvaardigheid binnen de onderzoeksprojecten. “Wat we merken is dat een aantal projecten echt tegen hun grenzen aan lopen. Bijvoorbeeld eentje in Oost Gelre, die gelanceerd moet worden, maar dat gaat de hele tijd niet door. Nu hopen we dat dat in mei weer kan. Het enthousiasme voor dat project is heel groot in de Achterhoek en daarom willen we het uitrollen over die hele regio, maar we zijn dus officieel nog niet eens begonnen.”
“Uiteindelijk hoop ik dat we gewoon weer een keer met een hele groep bij elkaar kunnen zijn”, gaat ze verder. “Dat lijkt me vooral heerlijk: met een aantal mensen op een kamer zitten en ’s ochtends even naar het weekend vragen. Even samen naar de koffieautomaat lopen, dat soort simpele dingen. Maar ook weer eens een creatieve sessie, over de toekomst van het lectoraat bijvoorbeeld. Dat zou ik heel graag weer eens doen, met een grote groep in één ruimte. Maar ik vraag me af of dat snel gaat gebeuren.”