Ervaring Stella Kruit

​Stella Kruit, studente Forensisch Onderzoek, bracht tijdens haar stage bij Politie-eenheid Midden Nederland in kaart welke sporen uit cold cases met huidige technieken opnieuw tegen het licht gehouden kunnen worden.

Uit haar onderzoek bleek dat oude geurdoeken van cold cases overdrachtsporen, zoals bacteriën, cellen en DNA bevatten. De hoeveelheid materiaal op deze doeken is echter zeer gering.

Ik probeer nu het DNA van geurdoeken af te halen met behulp van andere opleidingen

Stella Kruit, student Forensisch onderzoek Saxion
Stella Kruit, Studente Forensisch Onderzoek

Jaap Knotter, lector Technologies for Criminal Investigations, legde dit voor aan een collega-onderzoeker van nanotechnologie. Het blijkt dat nanotechnologie een oplossing kan bieden: het vermeerderen van DNA door middel van lab-on-a-chip. Op deze manier kan er voldoende materiaal worden verkregen voor verdere analyses, zoals het maken van een DNA-profiel. Binnen het lectoraat Nanotechnology zijn onderzoekers onder leiding van lector Martin Bennink bezig met het ontwikkelen van deze chips. Stella werkt voor haar afstudeeronderzoek nu samen met het lectoraat Nanotechnology om het DNA van de geurdoeken af te halen om het vervolgens te vermeerderen met behulp van een chip.

Saxion-onderzoekers dichtbij doorbraak in cold cases

De samenwerking van lectoraten Forensisch Onderzoek en Saxion-onderzoekers dichtbij doorbraak in cold cases'Nanotechnologie, en onderzoek van een studente Forensisch Onderzoek van Saxion heeft ervoor gezorgd dat het in de toekomst wellicht mogelijk is dat oude, onopgeloste moord- of verkrachtingszaken toch weer uit het stof worden gehaald. Hoe? Door dna-profielen uit opgeslagen geurdoekjes te halen.

Het project kwam op gang toen Jaap Knotter, lector Advanced Forensic Technology, in het vakblad van de politie een interview las over cold cases. “Twee politieagenten vertelden dat ze moesten wachten op nieuwe innovatieve technologie. Ik vond dat jammer en dacht waarom kunnen we het niet omdraaien en zorgen dat de technologie iets gaat ontwikkelen hiervoor.” Knotter nam contact op en er werd een project opgestart waarbij Stella Kruit (foto), studente Forensisch Onderzoek bij Saxion, inventariseerde welke bewijsstukken op de plank lagen.

Geurdoeken
Uit haar onderzoek bleek dat er nog veel potjes met geurdoeken waren. De recherche zette tot 2006 bij onderzoek naar zware misdrijven geurdoeken in. Katoenen doekjes werden bijvoorbeeld op een moordwapen gelegd, zodat een hond bij een geurproef kon ruiken of de geur bij een verdachte overeenkomt. Deze techniek werd later niet meer als een valide techniek gezien. De geurdoeken zijn echter wel bewaard.

Kruit bedacht dat er op de doeken nog wel eens sporen van dna, zoals huidepitheelcellen, konden zitten. Knotter: “We hebben toen de hele procedure eerst gesimuleerd, om niet meteen met de bewijsstukken aan de slag te gaan. We moesten door middel van experimenten eerst kijken of het mogelijk was dat er dna op een dergelijke geurdoek kan zitten. En dat bleek te kunnen. De hoeveelheid dna is echter gering, te weinig om een profiel van te kunnen maken.”

Nanotechnologie
Een gesprek met een collegalector van het lectoraat Nanotechnologie bij Saxion bood echter uitkomst. Knotter: “Hij vertelde ons dat er in de nanotechnologie wordt gewerkt met sensoren of chips die dna-cellen kunnen vermeerderen. Deze methodes worden ook al elders, in de gezondheidszorg bijvoorbeeld, toegepast. Wanneer je dit op de dna-cellen van de bewijsstukken toepast, bereik je mogelijk wel de ondergrens die nodig is om een profiel op te stellen.”

In theorie kan deze ontwikkeling een doorbraak betekenen in de onopgeloste zaken van de politie. Of het ook daadwerkelijk zo is, is niet bekend. “Het is nog steeds een theoretisch onderzoek”, vertelt de lector Advanced Forensic Technology. “Er kan ook dna op het doekje zitten van het slachtoffer, van de fabrikant, van de geurhond, maar ook van de dader. Het kan dus gebruikt worden als een technische aanwijzing in een bepaalde richting. Ik zeg niet dat het keihard bewijs is. Kijken of de techniek werkt is de vervolgstap. En daarna moet er ook nog gekeken worden of de techniek toelaatbaar is.”

Bron: Sax.nu, 6 april 2016