Ivar Hageman (Toma Tudor)
Corporate

Blog: Onderwijs, kom in beweging!

Leestijd Minuten

“Nederlandse kinderen zijn Europees kampioen in stilzitten” stelt Tim Takken, universitair hoofddocent aan het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Een groot deel van deze kinderen beoefent weliswaar een sport, maar haalt daarmee de aanbevolen hoeveelheid beweging niet. Met name in de groep adolescenten neemt de interesse in sport verder af. Welke rol kan het onderwijs spelen in het opnieuw opwekken van deze belangstelling en staat het onderwerp bewegen op de agenda van Saxion en het hoger onderwijs?

Onderzoek (Vandorpe, 2011) laat keer op keer zien dat de huidige generatie basisschoolkinderen significant minder motorisch vaardig is dan ongeveer dertig jaar geleden. Onze jeugd kent meer gezondheidsproblematiek, is minder fit, heeft minder bewegingsonderwijs, beweegt vooral eenzijdig binnen één sport en we zien beweegarmoede en passiviteit. Helaas levert ons onderwijs hieraan een forse bijdrage door nog altijd de nadruk te leggen op kennisoverdracht vanuit de traditionele leertheorie van het behaviorisme. Hierbij luisteren leerlingen overwegend zittend naar een docent. Dit brengt de nodige risico’s met zich mee. In 2017 waarschuwde de Gezondheidsraad voor de gevolgen van veel stilzitten. Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs dat mensen die veel stilzitten en weinig bewegen een groter risico lopen op hart- en vaatziekten en vroeger sterven.

Langdurig stilzitten levert gezondheidsrisico’s op die vergelijkbaar zijn met de schadelijke effecten van roken. Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder wijst verder nog op het gevaar van diabetes-2 op zeer jonge leeftijd en noemt veel stilzitten zelfs “rampzalig voor conditie en cognitie”. Helaas is Scherder nog altijd een roepende in de woestijn.

Zo beweerde onderwijswetenschapper John Hattie, verbonden aan de universiteit van Melbourne, in 2015 nog “dat het effect van bewegen en fitheid op leerprestaties klein is”. Opvallend, want er is krachtig bewijs aan te voeren voor het tegendeel. Zo bleek uit het promotieonderzoek van Laura Jonker (Universitair Medisch Centrum Groningen, 2011) al dat jongeren die meer sporten beter presteren op school. Door het sporten verbeteren ze hun vermogen tot zelfregulatie en dit komt uiteraard ook in de schoolbanken goed van pas. Ook moeten we niet alleen kijken naar het effect van bewegen op schoolprestaties, maar ook naar het effect op determinanten daarvan. Daar zien we bijvoorbeeld sterk bewijs voor verbetering in hersenstructuur en executieve functies als het snel wisselen tussen taken, beslissingen nemen, werkgeheugen en prioriteiten stellen en er is bewijs voor verbeterde aandacht, concentratie, motivatie en gedrag in de klas.

De vraag is nu uiteraard hoe we komen tot meer beweging in ons onderwijs. Deze discussie wordt wat mij betreft ten onrechte toegespitst op de initiatiefwet van Michiel van Nispen (SP) voor meer en beter beweegonderwijs, een initiatief dat wordt gesteund door de voetbalbond KNVB. Op dit moment is er geen wettelijke afspraak over het aantal uren gym in het primair onderwijs. Er bestaat een zogenaamde zachte afspraak omtrent twee uur gymles per week en van Nispen stelt voor drie uur gym per week door een vakdocent als norm voor alle basisscholen. Dit voorstel, dat 275 miljoen euro kost, is ontegenzeggelijk een grote stap in de juiste richting, maar scholen, besturen en beleidsmakers moeten naast meer uren gym ook inzetten op beweging in het onderwijs zelf.

Bewegen zorgt voor een netwerkactivatie in de hersenen dat dan bijdragen levert aan andere cognitieve kwaliteiten. Door bewegen wordt het pariëtale en frontale netwerk actief (planning en coördinatie) en ook de kleine hersenen doen dan mee. Precies deze netwerken worden gebruikt om bijvoorbeeld sommen op te lossen. Het realiseren van deze noodzakelijke extra beweging kan via simpele manieren als een vraag staand laten stellen door een leerling, staand rekenen, deskbikes in de klas of andere originele werkvormen als een taalestafette of een rekencircuit op het schoolplein. Natuurlijk: sporten en bewegen zijn niet enkel de verantwoordelijkheid van het onderwijs. Ook ouders hebben een voorname rol in het ontwikkelen van een gezonde levensstijl bij hun kinderen. Verder ligt de focus in bovengenoemde onderzoeken voornamelijk op kinderen in het basisonderwijs. Juist daar is het meeste onderzoek verricht, omdat men bij deze jonge doelgroep het meeste resultaat van interventies en schoolprogramma’s verwacht. Echter, zeker gelet op de eerder genoemde problemen in onze doelgroep van adolescenten hebben ook het hoger onderwijs in het algemeen en Saxion in het bijzonder hier een inhaalslag te maken. Wellicht zelfs bij uitstek?

Ivar Hageman is als docent Bestuur, Sport en Recht verbonden aan de International Business School van Saxion. Daarnaast is hij onlangs afgestudeerd in het Sports Leadership Program van Nyenrode Business University en is hij actief in Topsport Overijssel, bij voetbalclubs in zowel topsport als breedtesport en politiek actief voor de VVD, met name in onderwijs/wetenschap. Zijn motto is: Renew Yourself.

Gerelateerde artikelen

Pabo-student met laptop - lerarenopleiding basisonderwijs studie Saxion Corporate

Toetsen tijdens een ‘lockdown’, #hoedan?

31 maart 2020
Heracles voetbal Organisatie

Blog: Saxion en Heracles Almelo innoveren

22 januari 2020
Fatma Corporate

Column: #OPGEBRAND (3)