AI als arts
De zorg kampt met personeelstekorten en groeiende zorgvraag. AI biedt kansen, maar roept ook zorgen op. Wat betekent dit voor het vakmanschap van artsen?
De zorg kampt met een toenemend personeelstekort en een groeiende vraag naar zorg. Kunstmatige intelligentie (AI) wordt steeds vaker gezien als mogelijke oplossing: van het ondersteunen bij diagnostiek en het uitvoeren van complexe ingrepen tot het communiceren met patiënten. De belofte is groot: efficiëntere, nauwkeurigere en veiligere zorg. Tegelijkertijd heerst er onder artsen onzekerheid en soms zelfs angst. Wat kan AI echt? Neemt het werk over? Tast het hun autonomie aan? En blijft het beroep nog wel aantrekkelijk?
Samenwerken of vragen?
Neem contact met ons op.
Merlijn Smits
Bestaand onderzoek naar AI in de zorg richt zich vooral op technische haalbaarheid en medische uitkomsten. Wat vaak onderbelicht blijft, is het perspectief van de arts zelf en de invloed van AI op diens vakmanschap. Centrale vraag in dit onderzoek is daarom: hoe beïnvloedt AI het vakmanschap van artsen? Volgens het woordenboek is een vakman “iemand die zijn vak grondig kent.” Met de komst van AI wordt deze definitie uitgedaagd: als algoritmen diagnoses stellen en operaties uitvoeren, wat betekent dat voor de rol van de arts?
Doel van het project
Uiteindelijk beogen we zorg duurzaam te kunnen verlenen met een optimale interactie tussen arts en AI.
Door te kijken naar vakmanschap, kunnen ontwerpers hun oplossingen veel beter afstemmen op de behoeften van artsen.
Projectresultaat
Dit onderzoek laat zien dat artsen vakmanschap breed definiëren: als een combinatie van kennis, praktische vaardigheden, communicatie en ethisch bewust handelen. AI wordt vaak gezien als een potentiële collega die administratieve taken kan verlichten en kan ondersteunen bij diagnostische beslissingen, waardoor meer tijd kan ontstaat voor patiëntenzorg.
Tegelijkertijd heerst er terughoudendheid wanneer AI dicht in de buurt komt van kerncompetenties, zoals klinisch redeneren of morele besluitvorming. De impact van AI op vakmanschap wordt daarom dubbelzinnig ervaren: het kan versterken, maar ook ondermijnen, afhankelijk van de context en wijze van toepassing. Een belangrijke rode draad uit interviews, enquête en focusgroepen is dat verantwoorde toepassing van AI begint bij samenwerking, niet bij nieuwe richtlijnen of praatplaten.
In de praktijk betekent dit: begin bij een concreet probleem, betrek artsen vroegtijdig, en ontwerp samen met zorgprofessionals. Transparantie, vertrouwen en uitleg zijn randvoorwaarden voor acceptatie. Artsen willen controle houden, inzicht hebben in hoe AI tot conclusies komt, en ruimte behouden om zelf te oordelen. AI kan vakmanschap versterken, maar ook onder druk zetten. De kernvraag is wat dit betekent voor de praktijk, en dat vraagt om actie van iedereen die erbij betrokken is.
Voor artsen: laat je stem horen. Als jij wilt dat AI jou ondersteunt op een specifiek onderdeel van je vakmanschap, maak dan duidelijk wat vakmanschap voor jou betekent en waar AI een rol kan spelen. Dat verschilt per specialisme. Een voorbeeld: radiologen in het UMCG namen zelf het initiatief om gezamenlijk AI in te kopen, passend bij hun eigen visie op hun werk. Voor ontwikkelaars en implementatieadviseurs: ga niet ontwikkelen zonder de praktijk te betrekken. Of een AI-toepassing geaccepteerd wordt, hangt sterk af van hoe artsen hun vakmanschap ervaren.
Ga daarom in gesprek, ontwerp samen en houd rekening met randvoorwaarden als transparantie, betrouwbaarheid en integratie in bestaande systemen. Het is misschien een inkoppertje, maar: samenwerking is cruciaal. AI heeft potentieel om kwaliteit en werkplezier te vergroten, maar alleen als het zorgvuldig en mensgericht wordt ingebed in de dagelijkse praktijk.
Downloads
Partners
Dit project is een samenwerking tussen CAOP, Health Valley, DEARhealth, Radboudumc, Deventer Ziekenhuis, MST en AI-kennisgroep SEH-artsen en het Saxion Lectoraat Industrial Design Het project wordt gesubsidieerd door SIA middels KIEM MV. Thijmen Vredenburg heeft zijn afstudeeropdracht van de bachelor Psychologie aan de Universiteit Twente binnen dit project uitgevoerd.
Onze onderzoekers