Deze 8 typen huisgenoten herken jij sowieso
Huisgenoten. De ene keer kun je ze wel achter je IKEA-behang plakken en de andere keer wil je huilen van geluk omdat je bij zo’n engel in huis woont. Deze types herken jij sowieso.
1. Stille willy
De rustigste van het huis. Je ziet hem of haar niet vaak en als deze huisgenoot wel aanwezig is, voegt hij weinig toe aan het gesprek. Kan wel enorm goed luisteren en blinkt meestal uit in exacte vakken.
2. #Nerd
De nerd slaat geen enkele lanparty over en is heel goed met techniek. Deze persoon heeft vaak een gigantische pc en is uren aan het klooien met zijn 3D-printer.
3. Verenigingsbal
Deze dame of heer borrelt maar wat graag op de kroeg. Heeft meer jasjes en dasjes dan sokken en wisselt vaak sneller van scharrel dan van ondergoed. Hun haar is het allerbelangrijkst en je betrapt deze huisgenoot erop dat hij of zij in elke ruit even kijkt of alles nog goed zit.
4. De brakzak
Heeft twee standen: brak of bezopen. Je kunt met deze huisgenoot lachen, maar verder heb je eigenlijk heel weinig aan deze lambal. Is vooral bezig met het plaatsen van irritante comments op Facebook.
5.Papa of mama
Deze huisgenoot wil iedereen hebben. Wasmachine stuk? Wc papier op? Papa of mama regelt het. De huisouder onderhoudt ook het contact met de huisbaas en zet zonder zeuren het internetabonnement op zijn of haar naam.
6. De rommelkont
Als je houdt van een uitdagend parcours, is dit jouw droomhuisgenoot. Zet een stap in zijn of haar kamer en je abbo op de sportschool is overbodig. Deze persoon krijgt het voor elkaar om een hok van 12m2 in een survivaltocht te veranderen waar de organisatie van de StrongmanRun jaloers op is. Hoe hij of zij van de deur naar bed komt zonder een been te breken, is je een raadsel.
7. Kleffie (van beffie)
Deze persoon is heel gelukkig met sgatjuh en laat dat duidelijk merken. Minstens vier keer per week zit Lisa of Koen op de bank te kleffen met jouw huisgenoot in de woonkamer. Get. A. Room (het liefst in een ander huis).
8. De vampier
Woont hij hier? Je weet het niet, want hij is er nooit. Soms duikt hij ineens op na een winterslaap (of uit zijn doodskist). Hij komt en gaat op de meest vreemde momenten en lijkt nooit te eten.