Marianne Laarman is een manager in hart en nieren, want bij Saxion heeft ze meerdere managersposten bekleed. Voor haar laatste functie als programmadirecteur Bètatechniek zette ze zich met hart en ziel in voor techniek in de regio. “Ik verlaat mijn post voor mijn pensioen, maar het verhaal over techniek in de regio is nog niet af…”
Marianne Laarman was voor haar carrière bij Saxion hoofd bij de Kruisvereniging (de toenmalige thuiszorg) in Enschede en Haaksbergen. Vanuit deze functie werd ze gevraagd om toe te treden tot de Twentse Academie voor Gezondheidszorg in Hengelo, eerst als docent, later als hoofd van het stagebureau.
“Mijn eerste kennismaking met het onderwijs was wel een bijzondere… Ik begon op verzoek iets eerder dan gepland… Ik kwam de kantine binnen, kreeg een flink stapel scripties in de hand gedrukt en werd in een hoekje aan een tafel gezet om deze allemaal te gaan beoordelen."
Na anderhalf jaar werd ze al gevraagd voor een managementfunctie in hetzelfde organisatieonderdeel en daarna is ze nooit anders dan managementlid geweest. Van hoofd stagebureau en hoofd internationalisering, naar manager bij de toenmalige Academie Bedrijfskunde en Ondernemen, naar haar laatste functie voor haar pensioen: programmadirecteur Bètatechniek. Marianne: “Ik wisselde wel elke vijf tot zeven jaar van functie. Ik wilde namelijk niet vastgroeien in een onderdeel. Zo gauw ik mezelf daarop betrapte wist ik dat het tijd was om te gaan. En ja, ik heb ook kansen gepakt en gekregen. Dat moet je als werknemer altijd doen natuurlijk als je jezelf wilt blijven ontwikkelen.”
Personeel en financiën
Als manager heeft ze ervaren dat personeel en financiën de belangrijkste pijlers zijn. “Als die lopen als een trein, dan bereik je samen het meeste. Je faciliteert je personeel om hun werk goed te doen. Dienend en faciliterend leiderschap, daar geloof ik in. Daarvan pluk je samen de vruchten.” Als programmadirecteur Bètatechniek werkte ze ook op deze manier met haar team. "Bij alles wat we doen denken we aan: hoe wordt de student van Saxion daar beter van? Als je daar geen antwoord op hebt moet je je afvragen of je wel zinvol bezig bent.”
Bij alles wat we doen denken we aan: hoe wordt de student van Saxion daar beter van? Als je daar geen antwoord op hebt moet je je afvragen of je wel zinvol bezig bent.
Boost aan techniek in Oost-Nederland
Het is 2007 als Marianne de opdracht krijgt om vanuit Saxion te helpen een boost te geven aan de economie in Oost-Nederland. Een opdracht die ze met enthousiasme aannam. “76 procent van alle bedrijven in Oost-Nederland is technisch. En er is een schreeuwend tekort aan technisch personeel. Toen al, maar het tekort is helaas nog groter geworden. We wisten toen ook al dat het gat niet te dichten was. We konden het alleen kleiner maken.” Met glimmende ogen vertelt ze verder: “We wilden steeds meer mensen in techniek interesseren en ze zo de arbeidsmarkt op krijgen.
"We doen jaarlijks alumnionderzoek om te kijken waar onze techniekstudenten blijven. Het Programma Bètatechniek voert programma’s uit met basisscholen en voortgezet onderwijs om kinderen al vroeg in aanraking te brengen met techniek. We werken veel samen met de technische academies. En dat werkt. We zien de resultaten!”
Toename technische studenten
Het werkte zo goed zelfs, dat Saxion in 2010 het paradepaardje van Nederland werd en er 400.000 euro extra werd toegekend vanuit het ministerie als bonus. En dat is waar de scheidend programmadirecteur trots op is. De cijfers liegen er niet om. Marianne: “Het aantal studenten dat kiest voor een technische opleiding is gestegen en stijgt nog steeds elk jaar. De instroom van techniekstudenten bij Saxion is sinds 2004 met 60,3% gestegen. Dat is goed. Maar we zijn er nog niet. Het verhaal is nog niet af; Saxion zal moeten blijven investeren. Het tekort is groot. Maar ik weet zeker dat wanneer Saxion, met de partners in de regio, de programma’s uitbreidt en/of verder ontwikkelt, dit zoden aan de dijk zet. De hogeschool is tot op heden een belangrijke speler in deze ontwikkeling. Want als we samen met onze partners (de vier O’s) de blik naar buiten blijven houden, met een focus op het technische profiel, blijven deze resultaten ook in de toekomst haalbaar.”
