Media vragen lectoraat Smart Cities naar duiding: hoe helpen data in coronatijd
Door corona is het belangrijker dan ooit te weten hoe druk het in de binnenstad is. Die informatie was al wel handig voor inzet door gemeenten om bijvoorbeeld het effect van beleid te meten of trends in bezoekersaantallen bekijken, maar nu de ‘anderhalve meter-wereld’ het tijdelijke normaal is geworden zijn die gegevens essentiëler dan ooit.
Het lectoraat Smart Cities van Saxion doet onderzoek naar het zo realtime mogelijk meten van bezoekersaantallen en bezoekertevredenheid en -beleving ten aanzien van de binnenstad. Waarom ze er komen bijvoorbeeld, waarvoor ze komen, hoe ze zich bewegen door de stad. Hoe kun je dat meten en wat kun je met die gegevens. Retail Insiders vroeg lector Mettina Veenstra naar hoe zo’n dashboard voor de stad eigenlijk werkt. In onder meer Deventer is daar uitgebreid onderzoek naar gedaan namelijk.
In coronatijd weten journalisten het lectoraat extra vaak te vinden, want bewegen door de stad, weten waar het druk is en waar té druk, is belangrijker dan ooit.
Zo schreef Tubantia een artikel over hoe je een ‘druktemeter’ kunt inzetten die registreert hoe druk het is in de stad, in coronatijd in te zetten om te voorkomen dat het te druk wordt. Hier legt lector Mettina Veenstra uit hoe dat werkt.
In de Stentor kiest de journalist voor de invalshoek dat gemeenten boa’s en agenten de drukte laten meten, maar dat dat echt anders kan met Smart City-technologieën.
In het AD: laat het publiek zelf op de knop drukken als het ergens te druk is. Mettina Veenstra legt daarin uit dat de drukte-meter eigenlijk toevalligerwijs kort voor corona klaar was, als resultaat van het praktijkgerichte onderzoeksproject ‘Hightech Binnenstad’, waarvan de uitkomsten inclusief het opgeleverde binnenstadsdashboard beschreven zijn in een boek dat hier gratis te downloaden is. “De gemeenten hebben al een schat aan data die in coronatijd goed van pas kan komen.” In Binnenlands Bestuur (met in de papieren versie een langer verhaal dan in deze digitale tekst) ligt de nadruk op privacy. ‘Het is het enige waar journalisten naar vragen,’ zegt Adriaan van der Giessen in het artikel.
Overigens is het niet zo dat je moet kiezen voor eendimensionale oplossingen, zegt Mettina Veenstra voor de microfoon van BNR. “Beter is het verschillende data te combineren,” Een combinatie van bijvoorbeeld allerlei soorten verkeersdata, data over de beleving van de bezoekers zelf en eventueel lucht- en geluidsmetingen.
Voorbeeld van een bredere aanpak in Twentevisie, waar Veenstra uitlegt dat steden alleen maar leefbaar gehouden kunnen worden als je goede data goed gebruikt. En ‘goed’, legt Veenstra uit in het magazine Twentevisie, is ook communiceren. Communiceren wat je doet en waarom.
Vervoer is niet alleen gekoppeld aan leefbare binnensteden, een leefbaar platteland is ook alleen maar haalbaar als er goede verkeersopties zijn. Als je makkelijk van het dorp in de stad kunt komen, kan dat verhuizing, en bijvoorbeeld de braindrain tegengaan. Associate lector Mark Melenhorst legt in het 8rhk-magazine uit waarom Netmobiel daar zo’n belangrijke ontwikkeling in is.