Promoveren op forensische technologie: van radar tot cold case
Onderzoeker Louise Lijcklama à Nijeholt wil de wereld van het forensisch onderzoek vooruit helpen. In haar PD-traject zoekt ze naar de ideale combinatie van sensoren en roboticaplatforms, maar haar achterliggende zoektocht gaat vooral over het vinden van vermiste personen in moeilijk toegankelijke gebieden. Daarbij is ze niet alleen geïnteresseerd in actuele zaken, maar juist ook in cold cases. “Er ligt nog zoveel op de plank.”
Dat Louise Lijcklama à Nijeholt midden in haar PD-traject zit, wordt al snel duidelijk. Ze komt aangesneld op de vierde verdieping van het Ko Wierengagebouw in Enschede, net terug van forensische testgronden in de buurt van Bentelo. “Wij hebben twee testterreinen in Nederland voor onderzoek,” vertelt ze als we hebben plaatsgenomen aan een lange tafel. “Een terrein van de Politieacademie en een terrein bij Bentelo. Daar hebben we varkenskadavers* begraven op verschillende dieptes. Het terrein in Bentelo is gekoppeld aan het onderwijs. Vanuit de minor Cold Case doen we daar ieder half jaar opgravingen, zodat studenten bijvoorbeeld meer leren over opgravingstechnieken. Maar ik gebruik het terrein ook om metingen te verrichten met een aantal sensoren.”
Het gesprek met Louise gaat meteen de diepte in. Een van de technologieën die ze betrekt bij haar PD-traject is dan ook – heel toepasselijk – de zogenaamde Ground Penetrating Radar (GPR). Maar waar het haar vooral om gaat is de ideale combinatie: welke beschikbare technologieën kunnen samen het best voor doorbraken zorgen, zowel binnen recente zaken als cold cases?
...de werkelijke kracht van het onderzoek schuilt in de combinatie van sensoriek en roboticaplatforms.
Temperatuur
SEARCH, zo heeft Louise haar onderzoek gedoopt. Ofwel: Sensor Enhanced Analysis for Recovering Clandestine Hidden Graves. Binnen haar PD-traject werkt ze met vier sensoren op twee roboticaplatforms: “Mijn onderzoek gaat over het zoeken naar vermiste personen in de grond, in moeilijke gebieden. Als iets de grond in gaat dan breekt het af; dat is het decompositieproces. Ik wil in kaart brengen welke sensor in welke fase wát kan laten zien.”
De verschillende fases van een decompositieproces: wat moeten we ons daar precies bij voorstellen? “Een kadaver gaat uitzetten en warmte creëren,” vertelt Louise. “De eerste sensor is daarom de warmtecamera, waarmee we gaan bekijken wat het verschil is tussen de omgevingstemperatuur en wat er in de grond gebeurt. Maar de werkelijke kracht van het onderzoek schuilt in de combinatie van sensoriek en roboticaplatforms. Die integratie maakt het mogelijk om technologie sneller, breder en effectiever in te zetten in het veld.”
Van bos tot open veld
Hoe een krachtige combinatie van sensoriek en een roboticaplatform er in de praktijk uitziet? Een warmtecamera kan bijvoorbeeld worden bevestigd op een rijdend robotplatform, maar ook aan een drone. Het is een keuze die moet worden gemaakt op basis van iedere unieke situatie. Stel: een vermist persoon is voor het laatst gezien in de buurt van een dichtbegroeid, moeilijk begaanbaar natuurgebied. Een drone in de lucht kan dan toch uitkomst bieden.
“Voor de laatste fase hebben we de hyperspectrale camera,” vervolgt Louise haar verhaal, “die kijkt plat gezegd naar het kleurverschil in gras. Want als er meer nutriënten in de grond zitten, dan doet dat iets met het gras. Ook kijkt de sensor naar het verschil in vegetatie. Hierbij werken we al jaren samen met de Nederlandse Voedselwarenautoriteit, de NVWA. Iemand daar merkte op dat iedere keer als ze zich bevinden in een terrein waar mogelijk iets verstopt zit, er dan meer brandnetels groeien. Dat is iets wat we nu ook steeds vaker terugzien in Bentelo, waar we met een open veld hebben te maken: in het gebied waar de kadavers liggen begraven groeien aanzienlijk meer brandnetels.”
...ik ben dit traject begonnen vanuit het idee dat ik een verschil wil maken. Techniek vind ik super interessant, maar daarachter zit vooral de wil om iets te maken dat écht werkt.
Grondverstoring
Warmte. Brandnetels. Het kunnen letterlijk aanwijzingen zijn bij het vinden van vermiste personen. In tegenstelling tot de warmtecamera of de hyperspectrale camera, kan met de overige twee technologieën binnen SEARCH onafhankelijk van een bepaalde decompositiefase naar aanwijzingen worden gezocht: “Dan gaat het allereerst om de GPR, ofwel de grondradar, die met pulsen de grond in ‘kijkt’. Als die radar iets tegenkomt wat afwijkt van de normale grondlagen, dan geeft hij dat aan in de dataset of bijvoorbeeld als een piek in een grafiek. Dus als er eerder ergens gegraven is en je gaat daar met de sensor overheen, dan zie je het wanneer er iets in de aarde verborgen ligt. Dat kan ook gewoon een waterleiding of een grote steen zijn.”
Met andere woorden: een grondradar kan niet exact aangeven wát hij heeft gevonden, maar wel op welke plekken de grond is verstoord. Iets vergelijkbaars is mogelijk met behulp van de zogenaamde Gamma Ray Sensor (GRS), een technologie die is ontworpen door de firma Medusa in Groningen. De GRS meet de straling van uranium, cesium, thorium en kalium in de grond. Louise: “Als wij gegevens hebben over een terrein dat niet verstoord is en op een later moment – nadat er gegraven is – wederom op die plek gaan meten, dan zouden we het verschil in ionenconcentraties waar kunnen nemen. Of neem cesium: dat zit in Nederland veelal in de bovenste grondlagen. Maar als je cesium lager aantreft, dan zou dat wederom kunnen betekenen dat de grond op die plek is verstoord.”
Chinees buffet
Waar een warmtecamera van nut kan zijn bij een recente vermissing, geldt dat bijvoorbeeld niet voor een cold case uit 1980. “Ik vergelijk het altijd met een Chinees buffet,” zegt Louise . “Je hebt allemaal eigen voorkeuren en combinaties die je wil. Zelf wil ik kijken naar toepassingen in de lucht en op de grond. En ik wil kijken welke sensoren het best bij elkaar passen; wat ze individueel doen en wat samen.”
Belanden er ook wel eens vragen over echte cold cases op Louises bordje? Ze knikt: “Nu is er zelfs een vraag uit Italië. In zo’n geval geven we altijd heel duidelijk aan dat het bij ons om onderzoek gaat, en niet om commerciële toepassingen die al honderd procent klaar zijn. Het zijn onderzoeksproducten die nog in ontwikkeling zijn. Wij zijn zelf ook aan het leren: wat werkt wel, wat werkt niet? Maar toch kijken we graag wat we kunnen doen, onder andere om meer data te verkrijgen en meer over onze systemen te leren. En als we ook nog eens een nieuwe aanwijzing zouden vinden, dan is dat helemaal geweldig.”
Zichtbaarheid van criminaliteit
Het zijn intrigerende technologieën en toepassingen waar Louise over vertelt. Vanwaar eigenlijk de keuze om daarmee aan de slag te gaan in een meerjarig PD-traject? “Het is misschien een cliché,” reageert ze, “maar ik ben dit traject begonnen vanuit het idee dat ik een verschil wil maken. Techniek vind ik super interessant, maar daarachter zit vooral de wil om iets te maken dat écht werkt. Ik wil dat we opgebeld kunnen worden over een zaak die eigenlijk stilligt. Dan wil ik met redelijk vertrouwen kunnen zeggen: we komen eraan, we weten niet óf we iets kunnen vinden, maar onze techniek is het beste wat we nu kunnen bieden.”
En waar komt de drive om specifiek voor forensisch onderzoek het verschil te maken vandaan? Louise: “Ik ben opgegroeid op de Antillen, en heb achttien jaar op Sint Maarten gewoond. Ik denk dat de zichtbaarheid van criminaliteit daar wel veel met mij heeft gedaan. Dat moet beter, heb ik toen al gedacht. Dit moet anders kunnen, en daar wil ik aan bijdragen.”
Thuisbrengen
Tijdens een stage in Zwitserland werd Louises fascinatie met de politiewereld nog sterker. Ze werd ‘de praktijk ingegooid’, en mocht meelopen met echte politiemensen: “Ik merkte daar dat ik het vakgebied prachtig vind, maar dat ik meer wilde doen met mensen die niet meer konden praten. Alles ging heel erg over actuele zaken, maar ik dacht telkens: er ligt nog zoveel op de plank… Ik wil zorgen voor het ‘vuur’ om verder te kunnen gaan met al die zaken. In mijn hoofd moet dat gewoon kunnen, met alles wat we nu al weten.”
Uiteindelijk is Louises PD-traject geslaagd wanneer ze – zoals ze dat noemt – een breed adaptatief systeem kan presenteren, inzetbaar in uiteenlopende forensische situaties. Een ai-gestuurd systeem dat ze niet alleen zelf kan beheren, maar dat ze gebruiksklaar uit handen kan geven aan anderen in het werkveld. Daarnaast zou ze graag zien dat ‘haar’ methoden – wanneer ze eenmaal bewezen zijn – daadwerkelijk belanden in de lesstof op de Politieacademie. Maar op de achtergrond is er ook altijd dat hogere doel: nabestaanden duidelijkheid geven over een vermiste geliefde. “Ook al zou ik dat slechts eenmaal in mijn leven kunnen doen,” zegt Louise, "dan zou ik daarmee al heel erg blij zijn. Dat ik iemand thuis kan brengen, om het zo maar te zeggen.”
Fotografie: Thomas Busschers
Meer info over SEARCH
*De kadavers die worden begraven in de testgronden bij Bentelo en de Politieacademie zijn van dieren die bestemd waren voor de slacht. Deze dieren zijn dus niet gefokt voor onderzoeksdoeleinden. SEARCH beschikt over de benodigde vergunningen voor het gebruik van de kadavers.
Politieacademie
Het grootste gedeelte van het onderzoek voor SEARCH wordt uitgevoerd op het testterrein van de Politieacademie. De Politieacademie is dan ook een belangrijke partner, waarmee bijvoorbeeld wordt samengewerkt bij het uitvoeren van tests.
Begeleiders
Abeje Mersha, lector Smart Mechatronics and Robotics (SMART), is een van Louises begeleiders tijdens haar PD-traject; haar andere begeleider binnen Saxion is Jaap Knotter, lector Technologies for Criminal Investigation. Zowel met Abeje als met Jaap heeft Louise al eerder samengewerkt, bijvoorbeeld in het project rondom de CSI-drone.
Archeologie en natuurbehoud
Parallel aan het PD-traject SEARCH, dat zich richt op forensisch onderzoek, wordt er ook gekeken naar toepassingen op het gebied van archeologische opgravingen, erfgoedbeheer en natuurbehoud. Vaak kunnen voor deze doeleinden dezelfde technologieën worden ingezet.