ZorgTechNext

Binnen de gezondheidszorg en het sociaal domein is er een groeiende behoefte aan leven lang ontwikkeling en het ontwikkelen van onderzoekende vaardigheden; zowel bij docenten, studenten als werkbegeleiders.

In opdracht van:
Looptijd: 4 jaar
Startdatum: 1 november 2023
Einddatum: 31 november 2027

Het project ZorgTechNext heeft als doel om de krachten van ROC van Twente, TZA (waaronder Aveleijn en Livio), Saxion en TechYourFuture te bundelen zodat technologie een vanzelfsprekend onderdeel wordt van het handelingsrepertoire van (mbo)studenten, docenten en professionals in de gezondheidszorg en het sociaal domein.

Dit project is een initiatief van het Technology, Health & Care

Over dit project

Het project is opgebouwd uit 3 lijnen:

Integratie van technologie in het mbo-onderwijs
Integratie van technologie in het werken en leven
Samen leren en innoveren in learning communities

Het project richt zich zowel op onderwijsontwikkeling, technologiecompetenties van mbo-studenten als deskundigheidsbevordering van docenten en professionals. We werken toe naar learning communities waarin studenten, docenten en professionals samenwerken aan innovatie van de (mbo-)beroepspraktijk.

Projectresultaat

Technologiecompetenties en technologie zijn ingebed in de curricula van de mbo-opleidingen van het college Mens & Gezondheid
Minimaal 75% van de studenten en docenten beschikt over de basis technologiecompetenties en ziet technologie als een vanzelfsprekend onderdeel van hun handelingsrepertoire. Daarnaast is 10% opgeleid als voorloper.
Studenten doen praktijkervaring op met het testen, onderzoeken en implementeren van zorgtechnologie via stageopdrachten en praktijkopdrachten.
Studenten, docenten en werkveld werken samen aan de maatschappelijke uitdagingen in de gezondheidszorg en het sociaal domein, met de focus op implementatie van technologie.

Betrokken partijen

Dit project is een samenwerking tussen ROC van Twente, TZA Twente, Aveleijn, Livio, TechYourFuture en het Saxion-lectoraat Technology, Health & Care. Het project wordt gesubsidieerd door het Regionaal Investerings Fonds (RIF).