Chiel is stedenbouwkundig ontwerper: “Ik wil de wereld iets mooier achterlaten dan hij was”
Chiel Lansink praat als stedenbouwkundig ontwerper niet alleen over de toekomst, maar ontwerpt deze ook daadwerkelijk. Zo ontwerpt Chiel de pleinen en wijken van de toekomst.
Hoi Chiel, welke opleiding heb je gedaan?
“Ik heb de opleiding Stedenbouwkundig Ontwerpen gedaan, in 2015 studeerde ik af. Ik ben op dit moment aan het afstuderen voor mijn master in Stedenbouw aan de Hogeschool van Rotterdam. Ik heb voor stedenbouw gekozen omdat je in dit vak met verbeeldingskracht vorm kan geven aan de toekomst en mensen hierover kan enthousiasmeren. Dat is de grote drijfveer voor mij.”
Waar werk je nu?
“Ik werk nu bij IAA Architecten, dat is een architectenbureau in Enschede. Wij doen stedenbouw, architectuur, landschap en ook engineering. Voordat ik bij IAA werkzaam was heb ik een tijd in Rotterdam gewoond en gewerkt. Ik heb de keuze gemaakt om terug naar Twente te gaan voor familie, vrienden en mijn vriendin. Ook IAA overtuigde me omdat ze hun ambities ook daadwerkelijk bouwen. Dat lijkt logisch, maar is vrij uniek. Niet alleen ontwerpen op papier maken, maar plannen maken die ook daadwerkelijk worden gerealiseerd.”
Wat doe jij bij IAA?
“Ik werk op de afdeling stedenbouw en landschap, Maar we werken bij IAA steeds minder in afdelingen en steeds meer in teams op projectbasis. Dat is ook wat IAA onderscheid, wij hebben alle disciplines in huis en werken projecten intern uit van landschap tot deurknop. We proberen de hokjes van de verschillende disciplines te doorbreken. Het verschilt heel erg wat mijn werkzaamheden zijn. Recent hebben we voor Raalte een plein ontworpen, dat zijn echt klassieke stedenbouw/landschap-projecten. Soms doen we ook supervisieopdrachten, dan maken we een masterplan voor een zorgterrein. Op zo’n zorgterrein willen ze dan bijvoorbeeld binnen 10 jaar alle gebouwen vervangen, dat doe je niet in een keer, daar maken we dan een plan voor. Dan bepalen we welke uitgangspunten we kiezen en welke stappen we nemen. Soms zijn we meer bezig met het bepalen van regels, maar soms ontwerpen we dus ook echt een plein.”
Heel veel mensen praten over de toekomst, wij zijn in staat om die toekomst echt vorm te geven.
Kijk jij dan ook heel anders naar steden?
“Ja zeker wel, je wordt een beetje een vakidoot. Randjes, nisjes, alles valt mij op. Tegelijkertijd is het zo basaal dat je wordt getraind om al die dingen te zien en om er vakinhoudelijk iets van te vinden. Ik luister daarbij ook altijd naar mijn onderbuikgevoel. Soms is het heel logisch te verklaren waarom iets goed werkt of niet, maar soms ook heel ongrijpbaar. Daarom vraag ik me altijd af of en waarom ik iets een fijne plek vind, zowel privé als zakelijk is dat voor mij een graadmeter”
Heb je een voorbeeld van de samenwerking tussen al die disciplines?
“In de huidige praktijk wordt elke discipline vaak vertegenwoordigd door een bureau, daarnaast zitten de gemeente, de opdrachtgever en de uiteindelijke gebruiker vaak nog aan tafel. Het is dan lastig om er gezamenlijk op een efficiënte manier uit te komen. Daar zijn wij onderscheidend in, wij hebben veel van die disciplines zelf in huis. Hierdoor kunnen wij projecten van het grootste schaalniveau tot de uiteindelijke uitvoering doen.
Het project de Melkhal is hierin een goed voorbeeld. De voormalige Coberco-melkfabriek in Enschede stond op de nominatie voor sloop. Doordat een collega op eigen initiatief een ontwikkelaar benaderde om tot een plan te komen wordt dit gebouw behouden voor Enschede en wordt het gebied ontwikkeld tot een moderne stadswijk. We voegen daar nieuwe woningen toe, maar ook de hele melkfabriek wordt getransformeerd naar een multifunctioneel gebouw. Hierin komt een supermarkt en kantoren. Wij gaan ook zelf naar dat pand verhuizen. Zo had ik net een overleg over de inrichting van ons toekomstige kantoor. In dit project zijn wij echt van A tot Z betrokken. Het voordeel hiervan is dat je het oorspronkelijke idee kan bewaken en waar nodig bijslijpen zonder dat de essentie verloren gaat.”
Wat vind je het leukste aan je werk?
“Heel veel mensen praten over de toekomst, wij zijn in staat om die toekomst echt vorm te geven. Het vermogen om laten zien hoe iets kan worden vind ik leuk. Dat vind ik dan ook het spannendste, want je moet je dan kwetsbaar opstellen. Je maakt iets dat wordt beoordeeld.”
Wat vind jij het belangrijkste aan je ontwerpen?
“Je moet met verschillende dingen rekening houden als ontwerper. Ten eerste heb je een opdrachtgever en een eindgebruiker. Soms is de opdrachtgever niet degene die ook daadwerkelijk gebruik gaat maken van iets, bijvoorbeeld bij zorgwoningen. Het is belangrijk dat beide partijen blij zijn met het eindresultaat. Zo moet een bewoner lekker wonen in een huis, dat is nog belangrijker dan dat het pand duurzaam is vind ik. Een huis waar iemand fijn in woont gaat veel langer mee, dat is ook duurzaamheid. Wij hebben geen signatuur als bedrijf, je kan niet meteen zien dat iets een IAA-gebouw is, dat is omdat wij ons aanpassen aan de vraag. Het ontwerpen van iets gaat niet alleen over mooi of lelijk, het idee erachter moet ergens op gefundeerd zijn.”
Welke tips heb je voor studenten die ook een mooie baan willen vinden?
“Er zijn heel veel verschillende bureaus, het is belangrijk dat je bij een bureau gaat werken dat goed bij jouw drijfveren past. Als je het belangrijk vindt om hele duurzame woningen te maken, kun je opzoek gaan naar een bureau dat daar goed bij past.”
Wat is jouw persoonlijke drijfveer?
“Supercliché, maar dat is toch echt de drang om de wereld iets mooier achter te laten dan dat hij was.”