Onderzoek

Koken met strategieën voor circulair productontwerp: 'We willen andere ontwerpers inspireren'

Samen met een producent van kantoormeubilair, FabLab Enschede en twee creatieve ontwerpbureaus experimenteerde Industrial Design-onderzoeker Erik Goselink met strategieën voor circulair productontwerp. Dat leverde een hoop interessante ideeën en waardevolle inzichten op. En ... een kookboek. “We willen andere ontwerpers inspireren door te laten zien hoe je zo’n strategie kan toepassen, maar er is niet één vast recept dat altijd werkt. Net als met koken moet je soms wat uitproberen.”

Hij studeerde Industrieel Product Ontwerpen, meer dan tien jaar geleden alweer. “Daar is eigenlijk het zaadje geplant om iets met duurzaamheid te doen”, vertelt Erik Goselink, projectleider van het onderzoek. Niet omdat zijn opleiding overliep van dit thema, in tegendeel. “We leerden wel hoe je producten maakt met 10.000 of meer tegelijk, en af en toe dachten we ook wel na over wat er bij einde levensduur met de producten zou gebeuren, maar daar bleef het ook bij. Terwijl ik dat juist interessant vond.” Door zijn stages en afstudeeropdracht gericht te kiezen, ontwierp hij uiteindelijk zelf zijn eigen duurzame profiel. “Ik liep onder meer stage bij de onderzoeksgroep waar ik nu werk.”

“Nu zit ik hier al bijna 12 jaar”, vertelt Erik, doelend op het lectoraat Industrial Design. In zijn onderzoek staat de vraag centraal hoe productontwikkeling en innovatie kunnen bijdragen aan een duurzame samenleving. Daarnaast heeft hij nog een missie: dat toevoegen aan het onderwijs wat hij in zijn opleiding gemist heeft. “Ik geef daarom af en toe gastlessen, en ik heb het vorige semester ook drie dagen per week les gegeven in het team van IPO. Los van het begeleiden van stages en afstuderen ben ik altijd voltijd onderzoeker geweest, maar ik probeer nu meer structureel aan het onderwijs bij te dragen.”

Aanleiding

Het onderzoek kent een interessante aanleiding: de Nederlandse overheid die, door hogere eisen te stellen aan de circulariteit van de producten die ze inkopen, de ontwikkeling richting een volledig circulaire economie in 2050 versnellen. Erik: “Kantoormeubilair is een van de productcategorieën waar de overheid mee gaat experimenteren. Levensduurverlenging door onderhoud, en revitaliseren van bestaand meubilair staan centraal. Met het onderzoek willen we een soort proefballon oplaten, om andere industrieel productontwerpers te laten zien wat er allemaal mogelijk is op het gebied van circulariteit.”

Ahrend was een waardevolle praktijkpartner voor dit onderzoek. De producent en leverancier van kantoormeubilair zet al jaren in op innovaties op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. Al in 1994 ontwierpen ze de eerste stoel vanuit de gedachten van Design for Disassembly.

KIEM GoCI

Het onderzoeksproject kreeg steun vanuit het KIEM GoCI-programma van Regieorgaan SIA; een regeling die het opzetten van nieuwe samenwerkingen tussen mkb-ondernemingen uit de creatieve industrie en kennisinstellingen stimuleert.

Voor dit onderzoek werkte Saxion samen met:

  • Ahrend, producent en leverancier van kantoormeubelen die duurzaamheid als belangrijk uitgangspunt heeft;
  • WordLenig, ontwerpbureau gericht op marktinnovatie;
  • d’Andrea&Evers, ontwerpbureau en adviseur voor circulair ondernemen;
  • en CIRCO, kennisverband voor circulair ondernemen.

Circulariteitsladder en R-strategieën

Aan de hand van de ‘circulariteitsladder’, een model van het Planbureau voor de Leefomgeving, werd onderzocht hoe je een bureaustoel kan ontwerpen op een manier die meer circulair is. “Volgens mij hangt het hier wel ergens.” Erik veert op uit zijn stoel en loopt naar een aanplakbord aan de andere kant van de ruimte. “Kijk, hoe hoger de strategie op de ladder staat, des te meer grondstoffen je bespaart. Voor het gemak beginnen ze allemaal met een ‘R’. Het worden er steeds meer, dus ik ben benieuwd met hoeveel begrippen beginnend met een ‘R’ ze nog komen”, grapt Erik. 

Het model is volgens hem een mooie kapstok voor ontwerprichtingen voor circulariteit. En het helpt ook een belangrijk misverstand de wereld uit: “Dat circulariteit gelijk staat aan recyclen. Terwijl je ziet dat recyclen bijna helemaal onderaan de staat. Er zitten nog heel wat treden boven.”

Naarmate Erik het model verder toelicht, wordt duidelijk dat hij een snelle en brede denker is. Bijvoorbeeld als hij het heeft over de strategie Refuse, die bovenaan de circulariteitsladder prijkt. “Wat je niet produceert, hoef je ook niet op te ruimen. Het is misschien flauw om te doen,” filosofeert hij verder, “maar als je dat vertaalt naar bureaustoelen, dan moeten we onszelf de vraag stellen of het überhaupt nodig is om zittend te werken, of dat we ook staand kunnen werken.” Het is een interessante gedachtegang. Toch is deze strategie uiteindelijk niet gebruikt in het onderzoek. “Geen stoelen meer produceren, dat is natuurlijk wel een ingewikkeld businessmodel als je stoelenfabrikant bent.” 

Kookboek

Het verslag van de ideeën en inzichten die ze opdeden bij het toepassen van de verschillende strategieën – verderop meer hierover – kreeg een opvallend creatieve vorm: dat van een kookboek. “We willen andere ontwerpers inspireren door te laten zien hoe je zo’n strategie kan toepassen, maar er is niet één vast recept dat altijd werkt. Net als met koken moet je soms wat uitproberen.”

Het idee voor een kookboek ontstond tijdens de afstudeerpresentatie van IPO-student Pauline Schouten, vertelt Erik. “Als onderdeel van het onderzoek heeft ze de levenscyclus van de huidige bureaustoel in kaart gebracht en circulaire verbeteringen voorgesteld. Na haar afsluitende presentatie zei Gerard Huiskes, innovatiemanager bij Ahrend: ‘Je hebt ons ingrediënten gegeven, nu moeten wij hiermee gaan koken en recepten maken.’ Toen dachten wij: dat is een mooie analogie, we maken er een kookboek van.” 

Nieuwe ideeën 

Erik geeft enkele voorbeelden van strategieën die ze hebben toegepast in hun ontwerpend onderzoek, en vertelt welke nieuwe ideeën hieruit ontstonden. De strategie Repair bijvoorbeeld, leverde een ontwerp op voor een bureaustoel met een ingebouwde reparatieset. “Zoals een auto vaak een reserveband heeft, kun je ook reserveonderdelen inbouwen in de stoel, zodat de stoel langer meegaat”, verduidelijkt hij. Reduce leidde tot een simplistisch ontwerp: een bureaustoel die je met de hand uit elkaar kan draaien en waar je de onderdelen van kan vervangen, zonder gereedschap te gebruiken. En vanuit Rethink, de strategie die je uitdaagt om na te denken over hoe je producten bijvoorbeeld deelbaar kunt maken, ontstond het idee voor een ‘stoelendepot’. Waar medewerkers, afhankelijk van hoe hun werkdag eruitziet, een bureaustoel kunnen ophalen.

Erik rijgt de circulaire ontwerpideeën uit ‘zijn’ onderzoek aaneen. Stuk voor stuk verminderen ze het gebruik van materialen. Aan de slag zou je zeggen, maar het is theorie. Het daadwerkelijke effect van deze ideeën, zo geeft hij aan, hangt sterk af van de context waarin ze hun toepassing vinden.

Circulariteit gaat veel verder dan nadenken over hoe je producten ontwerpt die onverwoestbaar zijn, of waarvan de onderdelen makkelijk te hergebruiken zijn. Zo’n product is slechts een radertje in het geheel.

Erik Goselink, onderzoeker en projectleider bij het lectoraat Industrial Design

Context

Context. Het begrip doemt steeds weer op als Erik vertelt over wat de toepassing van de verschillende strategieën kan opleveren op het gebied van circulariteit. In zijn vak is niets wat het lijkt. “Ik ben al 10 jaar met dit onderwerp bezig. Ik dacht eerst: hoe meer ik ervan af weet, hoe makkelijker het wordt. Maar het wordt eigenlijk alleen maar complexer. Circulariteit gaat veel verder dan nadenken over hoe je producten ontwerpt die onverwoestbaar zijn, of waarvan de onderdelen makkelijk te hergebruiken zijn. Zo’n product is slechts een radertje in het geheel. De circulariteit van een product wordt uiteindelijk bepaald door gedrag, door bestaande systemen en structuren, de belangen van verschillende stakeholders. The devil is in the details. Als er dan ergens iets niet goed zit, dan kan het zijn dat het ontwerp niet werkt.” 

Het doet hem denken aan een ander actueel thema: statiegeld op blikjes. “Het idee is goed, maar in de praktijk blijkt dat mensen het te veel gedoe vinden in verhouding tot wat het oplevert, dat het innameapparaat vastloopt, dat supermarkten vinden dat ze te weinig geld krijgen, dat afvalbakken overhoop worden gehaald. Voor een deel zijn dat onvoorziene factoren.”

Uit het vaste stramien

“Je moet het meer holistisch en integraal bekijken”, antwoordt Erik op de vraag hoe je die complexiteit dan het hoofd biedt, “maar hierdoor wordt het ook steeds moeilijker om stappen te maken, omdat je dan te maken krijgt met meer stakeholders en al hun verschillende belangen. Een proefballon zoals ons onderzoek kan dit doorbreken.” 

Eén van de projectpartners introduceerde een speciale brainstormmethode die hierbij kan helpen, vertelt Erik. “Wordlenig is een innovatiestudio die bedrijven helpt om nieuwe businessmodellen op te zetten. Om letterlijk lenig te worden en uit hun vaste stramien te komen. Tijdens het ontwerpen hebben we gekeken wat het betekent als je uitgaat van een klein bedrijf waar vijf mensen werken, en wat het betekent als je uitgaat van een organisatie als Saxion, waar duizenden mensen werken. Dan kom je tot de conclusie dat hele andere bureaustoelen handig zijn. Eén van de concepten was dus een stoel die je heel makkelijk met de hand uit elkaar kan draaien, zonder gereedschap. Zet je zo’n stoel in een lokaal met ondernemende leerlingen of studenten, dan zijn binnen de kortste keren alle stoelen gedemonteerd en kun je onderdelen overal vandaan halen. Je moet dus goed kijken naar de context waarin een stoel wordt gebruikt. Voor een startup van vijf medewerkers kan zo’n stoel juist heel relaxed zijn. Dat je even zo’n armlegger kan verwisselen zonder schroevendraaier. En die hebben misschien ook wel baat bij een stoel met een reparatiekit die onder het stoelkussen zit.”

Circulaire hub

Uit het vaste stramien komen. Ahrend, producent en leverancier van kantoormeubilair en partner in dit project, doet dit door te investeren in een circulaire hub, vertelt Erik. “Zij zijn dit gestart, maar het staat helemaal los van hun organisatie. Met een andere leiding en andere mensen. Dat moet ook, omdat je anders te veel kijkt vanuit hoe je het altijd hebt gedaan. Ze halen bijvoorbeeld bureaustoelen terug om ze op te knappen, ook stoelen die ze zelf niet gemaakt hebben. Hierdoor ervaren ze zelf ook het belang van circulair ontwerpen, want ze krijgen ook nog een hele bubs stoelen terug die nog niet zo ontworpen zijn.”

“Dat is ook wat ik studenten meegeef,” legt Erik de link met het onderwijs, “dat je ontwerpt vanuit de gedachte dat een onderdeel of materiaal ook na einde levensduur nog mee moet gaan. Je kunt het niet altijd allemaal overzien, maar er zijn mogelijkheden genoeg om het leven van de mensen die het product dan moeten verwerken een stukje aangenamer te maken. Door het niet te verlijmen, door het niet te nieten.”

Voor de nieuwe industrieel productontwerpers die aan het werk gaan, denk ik dat het van belang is dat ze stilstaan bij de vraag: is dit een product waar de wereld op zit te wachten? Is het van toegevoegde waarde?

Erik Goselink pleit voor ethisch ontwerpen

Blik vooruit

Veel liever nog zou Erik zien dat bedrijven hun producten uiteindelijk zelf weer inzamelen om de materialen te verwerken in nieuwe producten, en daar in de ontwerpfase al rekening mee houden. Nu is dat voor veel van hen nog een brug te ver. “Zolang er nog niets is voorgeschreven, en het niet hoeft, dan maken ze liever geen keuze. Iedereen is bang om de verkeerde weg in te slaan. Voor zo’n circulair bedrijfsmodel moet je nu al heel veel investeren, terwijl je daar pas over 20 jaar profijt van hebt als je de producten terughaalt.”

Gaat het die kant wel op, denk je, als je kijkt naar de productie van bureaustoelen? Erik: “Sowieso verwacht ik dat er steeds minder verschillende producttypes worden aangeboden. Met onderdelen die uitwisselbaar zijn. Dat maakt hergebruik ook makkelijker. Het zou helemaal mooi zijn als dat ook kan bij stoelen van verschillende producenten. Volgens mij zijn de gaten voor de wieltjes bijvoorbeeld al gestandaardiseerd. Hoe mooi zou het zijn als dat ook voor armleggers en zitkussens het geval is?”

“Wat ik mooi vind", gaat hij verder, "is dat ze nu wel beginnen met het terugnemen van bureaustoelen. Waar je eerst zag dat de stoelen werden weggegooid, of op hun best de tweedehandsmarkt op gingen en hun weg vonden naar een thuiswerplek. Nu zie je dat die stoelen helemaal ‘gerevitaliseerd’ worden, en de business-to-business markt weer opgaan voor een tweede, derde of misschien vierde leven.”

“En voor de nieuwe industrieel productontwerpers die aan het werk gaan,” filosofeert hij, “denk ik dat het van belang is dat ze stilstaan bij de vraag: is dit een product waar de wereld op zit te wachten? Is het van toegevoegde waarde? Ik vind een bureaustoel wel nuttig, maar er zijn heel veel producten waarbij ik mij dat heel sterk afvraag.” 

 

Fotografie: Thomas Busschers 

Max Nab

Als redacteur vertelt Max graag sterke verhalen. Niet door te overdrijven, maar door te schrijven over mensen, gebeurtenissen of ideeën waar een zekere kracht van uitgaat. Vanuit het idee dat sterke verhalen ons compas vormen in een wereld die steeds complexer wordt.

Gerelateerde artikelen

Video: terugblik op de International Project Week 2024 SaxionTV

Video: terugblik op de International Project Week 2024

13 februari 2024
Arie Paul van den Beukel - fotografie: Thomas Busschers Onderzoek

Arie Paul van den Beukel geïnstalleerd als lector Industrial Design: ‘We gaan van industrieel ontwerpen naar verantwoord ontwerpen’

21 november 2023
Onderzoek

Camoufleren of confronteren: Saxion-onderzoek laat zien dat ontwerpen voor taboes niet vanzelf gaat