Onderzoek

Ben Boksebeld over armoede: wat zou jou nou helpen?

Jos.jpg
Jos Eertink Leestijd Minuten

Woningnood. Bestaanszekerheid. Het zijn bekende verkiezingsthema’s, die ons allemaal in meer of mindere mate bezighouden. Bij Saxion buigen onderzoekers en onderwijsprofessionals zich dagelijks over de uitdagingen van onze tijd. Dit met het doel om kennis te delen en praktijkgericht bij te dragen aan een betere samenleving. In de serie ‘Hoe zit het nou met…’, delen experts iedere eerste donderdag van de maand de laatste kennis over hun vakgebied. Met vandaag: onderzoeker Ben Boksebeld over armoede in Nederland.

Een van de begrippen die politici tegenwoordig veelvuldig in de mond nemen, is bestaanszekerheid. Als je het hebt over bestaanszekerheid, heb je het ook al snel over armoede. Op dat vlak is Ben Boksebeld een autoriteit binnen Saxion. Maar wat houdt armoede nou eigenlijk in als je kijkt naar een land als Nederland? Of beter gezegd: wat is het allemaal nog méér dan het hebben van te weinig geld om de maand door te komen? Over dat soort vragen gaan we met Ben Boksebeld in gesprek.

Dat Ben een man vol verhalen is, blijkt al snel. Vrijwel direct begint hij te vertellen over een zogenaamde ‘Werkplaats Sociaal Domein’, waarbij hij met het lectoraat Social Work betrokken is. “Zo’n werkplaats is altijd gekoppeld aan een opleiding social work,” legt hij uit. “In de Werkplaats Sociaal Domein Twente werkt Saxion samen met het regionale werkveld. Een aantal grote organisaties op het gebied van verstandelijke gehandicaptenzorg, werk en inkomen, maatschappelijke dienstverlening en sociaal werk hebben zich in een regiegroep aan die werkplaats gecommitteerd. In die groep worden de grote lijnen en de thema’s vastgesteld. Een van die thema's is bestaanszekerheid.”

Jongeren en armoede

Met de Werkplaats Sociaal Domein Twente, zitten we gelijk dicht op de praktijk. Ben vertelt verder: “Vorig jaar heeft welzijnsorganisatie Impuls aangegeven dat de gemeente Oldenzaal bezig is met een nieuw beleidsplan rondom mensen die leven in armoede. Daarbij willen ze specifieke aandacht besteden aan jongeren. Die worden tot nu toe niet goed bereikt, terwijl je eigenlijk zou willen dat je er in een zo vroeg mogelijk stadium bij bent. Op het moment dat er nog niet al te grote schulden zijn.” De ‘tip’ van Impuls leidde ertoe dat Ben en zijn team konden aanhaken, en een voorstel konden doen voor een praktische werkwijze voor de gemeente. “We hebben een aantal gesprekken gehad hebben met de gemeente, Impuls, het ROC en de Stadsbank. Om zo te komen tot een voorstel, waarover het college van B&W binnenkort gaat besluiten.”

Wat je in ieder geval niet moet doen, is een werkwijze waarbij je zegt: hier vind je een online aanmeldingsformulier, dat kun je invullen en over twee weken krijg je een afspraak.

Bek Boksebeld, hoofddocent en onderzoeker lectoraat Social Work

De speciale aandacht voor jongeren – als het gaat over het voorkomen en tegengaan van armoede – heeft een aantal redenen. Zo beschikken jongeren vaak nog niet over de financiële middelen om schulden af te lossen, en kunnen ze de gevolgen van hun eigen keuzes minder goed overzien dan volwassenen. Maar wat is dan de juiste stap als je een jongere in een probleemsituatie benadert? “Wat je in ieder geval niet moet doen,” benadrukt Ben, “is een werkwijze waarbij je zegt: hier vind je een online aanmeldingsformulier, dat kun je invullen en over twee weken krijg je een afspraak.” Waar Ben op doelt is dat de juiste aanpak vooral laagdrempelig en persoonlijk moet zijn. Hij wijst op een medewerker van de Enschedese Stadsbank, die jongeren bezoekt op plekken waar ze zich op hun gemak voelen. Op die manier kan de situatie van de jongere ongedwongen worden besproken; na een eerste ontmoeting is er zelfs contact mogelijk door ‘het sturen van een appje’. Ben: “Wij willen onderzoeken wat het werkzame element is van die methode bij de Stadsbank.”

Onder druk

Toch mag niet vergeten worden dat ‘werkzame elementen’ kunnen verschillen van doelgroep tot doelgroep, en zelfs van persoon tot persoon. Wat zorgt voor extra complexiteit, is dat armoede vaak gepaard gaat met andere problemen. “Dat hoor je ook als je met jeugdzorgprofessionals spreekt,” zegt Ben. “Zij zien dat financiële problemen de oplossingen voor andere problemen in de weg staan. Mensen ervaren stress en zitten zo ‘vol’ door hun financiële problemen, dat er bijvoorbeeld helemaal geen ruimte meer is voor de vraag hoe je een betere ouder kan zijn.” Om dit te illustreren: de vrouw van Ben, die in het onderwijs werkte, vertelde hem dat ze ooit een leerling in de klas had wiens prestaties plotseling achteruitgingen. Nadat ze met de betreffende jongen in gesprek was gegaan, bleken zijn ouders uit huis te zijn gezet en werd hij zelf ook gedwongen om op zoek te gaan naar woonruimte. Een slaapplek bij een vriend, zorgde weer voor enige rust.

We weten dat mensen in armoede gemiddeld een zes tot zeven jaar kortere levensverwachting hebben, en vijftien jaar minder in goede gezondheid leven.

Ben Boksebeld

Het zijn voorbeelden die aangeven hoe breed de impact van armoede is, niet alleen voor individuen maar ook voor de maatschappij. Bijvoorbeeld in de vorm van extra druk op het onderwijs of de zorg. Ben: “We weten dat mensen in armoede gemiddeld een zes tot zeven jaar kortere levensverwachting hebben, en vijftien jaar minder in goede gezondheid leven.” En over onderwijs gesproken: via iemand die werkt bij een voorziening voor dak- en thuisloze jongeren, weet Ben dat er ook Saxion-studenten zijn die met armoede hebben te maken. Het in kaart brengen van de omvang van het ‘armoedeprobleem’ blijft alleen lastig, ook bij Saxion. Dat begint al bij een definitiekwestie: wat ís armoede nou eigenlijk? “Er worden verschillende definities gehanteerd,” zegt Ben. “Bijvoorbeeld door het CBS of het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dat zijn over het algemeen cijfermatige definities. De definitie die de EU hanteert stelt: als je onder de 60% van het mediane inkomen zit – dus het ‘middelste’ inkomen in een land –, dan ben je arm. Maar 60% van het mediane inkomen in Albanië, is natuurlijk wel wat anders dan het mediane inkomen in Zweden.”

Sociale kapitaal

Het niet-veel-maar-toereikendbudget (nvmt), dat door het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt gehanteerd, houdt – naast minimale inkomsten voor levensonderhoud – bijvoorbeeld ook rekening met kosten voor het lidmaatschap van een sportclub. Het nvmt is dus een bredere kijk op het minimale budget dat iemand nodig heeft, waarbij ook wordt gekeken of je nog kan ontspannen of aan sociale activiteiten kan deelnemen. “Samen met een aantal burgerpanels wordt eens in de vijf tot tien jaar bekeken wat er nou in dat pakket hoort,” licht Ben toe. “Twintig jaar geleden was een internetaansluiting soms misschien nog een luxe, maar dat wordt nu gezien als iets normaals. Iets wat je nodig hebt om mee te komen in de maatschappij.”

Het beïnvloedt de manier waarop je naar de samenleving kijkt, maar ook hoe je naar jezelf kijkt.

Ben Boksebeld over opgroeien in armoede

Het ‘lijntje van de armoede’ doorknippen, dat lijkt in gesprek met Ben misschien nog wel de grootste uitdaging te zijn. “Als je arm bent,” zegt hij, “dan heeft dat ook te maken met wat de Franse socioloog Bourdieu je sociale kapitaal noemt. Als je opgroeit in armoede, dan heeft dat vergaande gevolgen. Het beïnvloedt de manier waarop je naar de samenleving kijkt, maar ook hoe je naar jezelf kijkt. Ik sprak laatst iemand die is opgegroeid in armoede, in de voormalige Veenkoloniën. Die zei: ik ben groot geworden met het idee dat een diploma halen niet is weggelegd voor ons soort mensen.”

Maar wat kunnen we dan effectief tegen armoede doen? Als er een paar beoogde maatregelen uit plannen van verschillende politieke partijen ter tafel komen, lijkt ‘het gouden ei’ er volgens Ben niet direct tussen te zitten. Een oplossingsrichting moet in ieder geval putten uit een combinatie van maatregelen; zo weet Ben dat in Utrecht succesvol is ingezet op vroege signalering van problematische schulden. Hij vervolgt: “Ik denk dat het terugdringen van het aantal flexibele arbeidscontracten kan helpen. Daarnaast hebben we een ongelooflijk ingewikkeld stelsel van sociale zekerheid. Verder heeft de afbraak van de sociale woningbouw na 2000 geleid tot een concentratie van kwetsbare mensen in bepaalde gebieden. Daardoor is het alleen maar moeilijker geworden om sociaal kapitaal op te bouwen.”

Inzetten op meer zekerheid en helderheid dus, zodat mensen minder snel kunnen ‘verzuipen’ in een negatieve spiraal van schulden en daaruit voortvloeiende problemen. Gevraagd naar positieve ontwikkelingen, geeft Ben aan dat professionals in de schuldhulpverlening en de sociale zekerheid hun cliënten steeds meer laten meedenken bij mogelijke oplossingen. Volgens hem is dat de meest effectieve manier om problemen echt aan te pakken. Wat zou jou nou helpen? Het is een simpele, maar zeer effectieve vraag, die gelukkig steeds vaker wordt gesteld.

Fotografie: Thomas Busschers

Jos.jpg

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Jens Oelerich nieuwe lector Sustainable & Functional Textiles Onderzoek

Jens Oelerich nieuwe lector Sustainable & Functional Textiles

22 april 2024
Onderzoek

Marjolein den Ouden en Marloes Postel over technologie in de zorg

15 april 2024
Smart glasses in de zorg Promovendus Niek Zuidhof zegt ja 1.jpg Onderzoek

Smart glasses in de zorg? Promovendus Niek Zuidhof zegt ja